Rastaman and Mudmen
Good old Bob Marley zou postuum alsnog gaan voor een mooi kortgeschoren koppie als hij hoorde wat ze mij hier naroepen: “Hey Rastaman!” Maar gelukkig scharen ze mij niet onder de White Guys.
Gisteren na aankomst in Madang direct aan de tocht naar de Highlands begonnen. De weg was klote, en dat is een understatement. Daarom pas in het donker in Goroka aangekomen. Advies nummer één in iedere gids aan een ieder die dit land bezoekt: Don’t drive in the dark. Maar je bent jong en onbezonnen en ziet geen gevaar. In Goroka alle hotels waar je in wilt slapen vol en dan kom je nog eens ergens waar het er interessant uitziet. Ze waren lief en voor een wandeling in de avond naar een restaurant krijg je standaard twee bodyguards mee per persoon. Hun messen zijn van samurai lengte. Ze wachten keurig tot na de maaltijd en begeleiden je weer naar het guesthouse. Maar iedereen die je tegenkomt in het nachtelijk donker zwaait je vriendelijk toe. Met ook zo’n mes.
Vanochtend al vroeg ‘on the road’. Enorm veel mensen lopen langs de weg. De mannen met een betelnoot mandje of een paraplu onder de arm, de vrouwen met paraplu en een tas die met de band om het voorhoofd wordt gedragen. Die gehaakte tassen zijn prachtig. Soms zijn het enorme manden. Mannen dragen niets. Jonge meisjes lopen met een varken aan een riempje. En kleine jongens hoepelen met een band of spelen met grote doorzichtige witte ballonnen. Veel later ontdek ik dat dat de condooms zijn die hier op grote schaal door de geestelijkheid uitgedeeld worden. In de buurt van Asaro staat er plots een grote groep mudmen langs de weg. Mannen, en vrouwen, die hun gezicht en rest van hun lijf helemaal met gekleurde modder insmeren. Stoppen blijkt niet zo’n goed idee. Binnen de kortst mogelijke tijd is de auto omzwermd met mensen die allemaal een hand willen geven, om sigaretten vragen, met 300 tegelijk mee willen rijden of zomaar staan te staren. Voordat ik mijn camera te pakken heb bedenk ik mij dat het in deze omstandigheden misschien veel verstandiger is om door te rijden. Merk dat ik op mijn hoede ben voor gevaar wat werkelijk nergens te bekennen is. Je laat je toch altijd weer beïnvloeden. Al voor de middag in Mt Hagen. In het plaatselijke ‘luxery’ hotel een paar uur in rust doorgebracht. Daarna into the wild! De Zuidelijke Highlands. De provincie die nog voor een groot deel traditioneel leeft en waar voor de mannen hun haar van eminent belang is. de Huli Wigmen leven hier. Het grootste deel van hun leven brengen ze door met wachten op het groeien van hun haar. Dat wordt vervolgens tot in de puntjes verzorgd en als alles op en top is gaan ze ermee paraderen. Voor het werk hebben ze ook hier het vrouwelijk geslacht uitgekozen. Een goede keuze blijkt onderweg. Ze werken hard. De hele weg naar Mendi veel prachtige mensen gezien maar geen enkele Huli Wigmen. Het haar is blijkbaar nog niet klaar. Morgen weer een kans.
Het guesthouse van de dag was een christelijk geval (Pentacost Guest House) maar er was weinig christelijks aan. Voordat je op het ‘bed’ ging zitten kon je er beter eerst een handdoek op leggen. Maar na zo’n dag op deze wegen slaap je overal. En het lijkt er ook op dat het beddengoed vaker een wasbeurt krijgt dan de mensen. Een oppervlakkige reukproef geeft al snel deze conclusie.