Sitta sightseeing
Het was zondagmorgen en het was laveren tussen alle kerkgangers door op de ineens overvolle wegen. Iedereen in zijn of haar beste pak en met een dik kerkboek onder de arm. Op weg naar Maumere wilde ik nog naar Sikka. Volgens Rudie was daar niets te beleven en daarom wilde ik daarheen. Ik had gelijk. Hij ook trouwens. Sikka staat bekend om haar Ikat wevers en vooral om haar niet te ontlopen verkoopsters van deze lapjes. Maar ook om een kathedraal uit 1899. Een mooi stuk vakwerk. De mis was net klaar en ik wilde mijn lens loslaten op al die mooie dames die de kerk verlieten maar daar stak Martinus Timmermans een stokje voor. Zo stelde hij zich voor en was zo te zien kapelaan. Een beetje aparte naam voor een volbloed Indonees maar hij was duidelijk katholiek en daar gebeuren meer van die vreemde dingen. Maria werd onbevlekt ontvangen en misschien had Josef de timmermen wel eenzelfde kunstje geflikt. Hij liet mij de kerk zien en dat was inderdaad een knap stukje timmermanswerk.
Weer buiten werd ik omringd door dames die zeker wisten dat er in mijn lappenkast nog wat ikat gemist werd. Op den duur kregen ze door dat die kast al overvol was en kwamen de bekende vragen. Waar vandaan, hoe oud dan wel niet, getrouwd?, kinderen?, waarom niet? en ga maar door. Zo oud, geen kinderen, je bent verdacht, dat zie je aan die gezichten. Ze wezen mij op een oude man die zijn groenten op kleur stond te leggen. Die had vijf vrouwen gehad maar die waren allemaal dood. Kortom die was ook zielig. Bij ons zou zo’n man onderwerp van een politieonderzoek zijn geworden vrees ik. Vaak willen ze je dan nog snel even aan een vrouw helpen. Giechelend wijzend naar elkaar leverde dat of iets veel te jongs op of een paar ver over de datum. Ik besloot, nog steeds alleen, met Rudie door te rijden naar Maumere, een paar dagen rust.