Pantar Sebanjar
Vanochtend vroeg op een mooi stil strand aangekomen met negen niet al te comfortabele bungalows. Er was er nog eentje vrij en het plan was om een rustige stranddag met boek in te lassen. Wat volgde was onwerkelijk en van apocalyptische omvang. Plotseling, alsof de scheidsrechter gefloten had, stroomde het terrein vol met busjes, auto’s vrachtwagens en veel, veel bromfietsen. In een mum van tijd bevind ik mij in Zandvoort op de eerste zomerse dag. Het was Ramadan picknick dag drie. Ik trok mijn wandelschoenen maar weer aan. Ik liep en ik liep, steeds verder de heuvel op tot het geluid van het gillende strand wegstierf en ik de bloemen hoorde zingen. Weelderige wolken van wilde bloemen met paarse, rode, roze, gele en tien delicate tinten blauw, plaatjes, stuk voor stuk. Na een paar uur keerde ik terug naar het kakofonische strand waar vrouwen door het openstaande raam van mijn bungalow klommen. Ze moesten toch ergens naar het toilet. Ik maakte voor het gemak mijn deur maar open. Op mijn bed lagen nog steeds keurig mijn camera en telefoon. Daarna, op mijn veranda, schoot het boek al aardig op, het was reisliteratuur, wat anders. Om vijf uur blies de scheidsrechter weer op zijn fluit en werd het stil.