Bandung
Op de radio in mijn jeugd gingen er liedjes over Bandung, 'Hallo Bandung' was een gevleugelde uitdrukking, mijn vader was er gelegerd geweest en ik droomde bij de foto’s in het Indonesiëalbum dat ik vaak in bladerde van verre reizen. Maar internet en de reisgidsen hadden het over een te drukke industriestad die alles had behalve natuur. Ik was het daar niet mee eens. Misschien een roze bril maar ik zag een hele groene stad met prachtige koloniale gebouwen en veel leuke mensen. We hebben misschien niet veel goeds gedaan in Indonesië maar hier hebben we veel mooie gebouwen neergezet en een ruime stad met heel veel geweldige bomen gebouwd. Die imposante monumentale bomen die je overal in de steden en dorpen hier ziet zijn ook een overblijfsel uit de tijd van de Nederlanders. Als ze een stad bouwden hoorde daar veel groen bij, schaduwrijk en koel. En het viel mij op dat ze die hier ook keurig laten staan, het zijn daardoor geen straten maar lanen compleet met lantaarnpalen met de Nederlandse leeuw er nog op. En je kunt er zelfs een broodje kroket krijgen.
Verder is het ook een über hippe stad, mooie café’s met jaren dertig en vijftig inrichting en veel winkels voor jongeren in oude Nederlandse vila’s maar ook containers, betonnen blokkendozen of gewoon onder een boom op een rek. Natuurlijk scoorde ik weer mijn t-shirt. En als je door de stad loopt zie je rondom door de smog heen allemaal vulkanen. Daar ga ik de komende dagen eens kijken. Ik vond het geweldig in Bandung te zijn.