Nangcheng, a spooky town
Had een auto nodig om naar Nangcheng te komen. Dat viel niet mee. Tien van die jongetjes die gasten behoren te helpen met hun bagage en zo bemoeiden zich ermee maar het schoot voor geen meter op. We spreken zelfs een andere gebarentaal. Uiteindelijk hadden ze een vriendje opgetrommeld, zo'n gozer met kuif en zwart lederen jack, die wel bereid was mij daarheen te rijden. Maar toen kwam het moeilijke deel; hem vertellen dat we daar bleven slapen en pas de volgende dag terug. Een klein half uur later waren we eruit. Hij had eerst 700 yuan gezegd voor de rit maar dit was iets anders. Ik bood 1000 maar voor minder dan 800 wilde hij het echt niet doen, we kwamen tot overeenstemming.
Hij leek een kleine sjacheraar maar uiteindelijk viel dat mee. Hij week geen moment van mijn zijde want hij voelde zich verantwoordelijk. Het stadje Nangcheng had ook een geheel ander sfeertje dan de plekken in Kham waar ik tot nu toe geweest ben. Een soort bordertown gevoel. Met ook extra veel Chinezen, die je wat nors aanstaren en je zelden groeten zoals die uitbundige Tibetanen doen. Het lukte mij wel een paar keer onder het regime van mijn chauffeur uit te komen. Maar het weer is te slecht om echt te genieten van mijn wandelingen. Ook de bezoeken aan de gompa’s blinken uit in verbouwingen, geslotenheid en onvindbaarheid. Het is niet een van mijn meest succesvolle dagen op deze trip. Alleen de stadstempel is een beetje de moeite waard door de mensen die daar een kora lopen.
Ik breng het grootste deel van de tijd door op mijn hele depressieve kamer in een nog triester stemmend hotel. Nee Nangcheng ga ik wissen in mijn geheugen. De weg hier naartoe beloofde heel wat met vier hoge passen maar door de bewolking en de voortdurende regen heb ik ook daar niet veel van meegekregen. Ik ga vroeg slapen, zoals iedere dag trouwens.