Dalai Lama's all over
De elfde Dalai Lama was er geboren maar de gompa was gesticht door de zevende, met hulp van China. Een paar anderen kwamen ook hier in de buurt ter wereld. Ze schijnen elkaar op te zoeken in hun verschillende levens. Of het is gewoon vruchtbare geestelijke en verlichtte grond hier. Deze gompa heet Hui Yuan en is volgens het bord bij de ingang de enige Tibetaans Boeddhistische tempel die door een keizer is gebouwd en onderhouden door de latere regeringen. Hier in deze provincie doet China niet moeilijk over de diverse Dalai Lamas, ook niet over de huidige. Die onderdrukking is gereserveerd voor het protectoraat Tibet. De devotie van de mensen lijdt er niet onder, die is enorm. Urenlang lopen ze al mantra’s op te zeggen en hun kralen te tellen gigantische gebedsmolens in beweging te brengen. Bij een galerij waar de molens wat kleiner waren volgde ik hun voorbeeld. Al bukkend gaf ik ze steeds een zwieper maar dat bukken bleek niet genoeg. In plaats van merit te vergaren stootte ik weer eens enorm mijn kop. Ze zijn gemiddeld toch een stuk kleiner hier.
De gompa zelf was natuurlijk weer eens gesloten maar ik weet inmiddels dat er altijd een zijdeur open is of, zoals in dit geval, de sleutel verborgen hangt onder de berg zijden shawls (kata’s) die aan de deurknop hangt. Binnen was het sereen stil. Geen wonder want ik was alleen, en in tegenstelling tot de Tibetanen trek ik wel mijn schoenen uit eerbied uit, dat maakte het nog stiller. Tijdens de culturele revolutie was het schoenen uitrekken verboden en dat hebben ze er maar ingehouden uit gemak. Het interieur van de bompa’s hier is wat eenvoudiger, gestileerder dan in Tibet zelf. Het enorm mystieke versieren, de meer dan overvloedige yakboterlampjes en kaarsen zie je hier niet zo. In Tibet stap je een andere eeuw binnen en hier is het soms ook gewoon 2016. Weer buiten waren de monniken klaar met hun gebedsochtend en ik was plotsklaps het middelpunt van hun Engelse les. Ze oefenden al hun geleerde zinnen op mij. Helaas was het overgrote deel niet terug te vinden in mijn kennis van de Engelse taal dus de conversatie werd behoorlijk hopeloos.
Het heet hier China maar het is Tibet. Ik ben in Kham aan de rand van het oude Chinese keizerrijk.
Alles is en voelt hier dubbel. Alles heeft twee namen en twee geschiedenissen. Alles is anders. Een stil protest zou je kunnen noemen de enorme aanwas van monniken, zowel mannen als vrouwen, die je hier ziet. Overal worden nieuwe kloosters gebouwd en oude kloosters uitgebreid. Het landschap is met kloosters en gebedsvlaggen vergeven en overal lopen de monniken in hun rode pijen. De dorpen en vooral het platteland ziet er overigens heel welvarend uit. Later op de dag kwamen we nog bij grote stupa met klooster in de Tibetaanse wijk van DaoFu waar Tibetanen uit de omgeving hun rondes liepen langs alle gebedsmolens die daar opgesteld stonden. Ze hadden er een echt labyrint van gemaakt. Als je er eenmaal aan begon dan was je er nog niet klaar mee. Je mag natuurlijk maar een kant oplopen. Als fotograaf smokkelde ik wel eens wat, voor het plaatje natuurlijk.