Kakku
Een wat smoezelige Birmees is deze dag mijn chauffeur. Ga naar Kakku, een tocht van 2,5 uur ten zuidoosten van Inle. Midden in Shan State. Nog maar tien jaar open voor toeristen en weinig bezocht. Het zijn 2478 stoepa's die volgens de legende 2300 jaar geleden daar neergezet zijn maar waarschijnlijk veel jonger zijn. Na een uurtje rijden zijn we in het boven op een berg gelegen Taunggyi. Hier ontmoet ik mijn gids voor de dag. Ik moet mij melden in een groot hotel en de jonge man achter de balie vraagt mijn paspoort om mijn permit in orde te maken. Permits zijn een mooie manier voor de regering om meer omzet te maken. Het geld hiervan gaat rechtstreeks naar banken in Zwitserland. Nadat hij alles in veelvoud ingevuld heeft en mijn acht dollar keurig in een envelop gestopt heeft vraagt hij mij even te wachten dan gaat hij de gids roepen. Tot mijn verrassing komt dezelfde jongen even later keurig in traditioneel kostuum zich voorstellen als mijn gids. Khun Aung Than heet hij en begint meteen te ratelen. Het is marktdag in Taunggyi en daar gaan we eerst heen. Als hij alle groenten begint te benoemen "bloemkool, lente-ui, Chinese kool, avocado" en nog dertig meer begin ik maar foto's te maken om hem wat in te dammen. Het is nog vroeg en de markt moet nog echt op gang komen. Voor mij lopen vrouwen in een stoet met manden vol groenten en fruit op hun hoofden. Schijnbaar op een willekeurige plek gaan sommigen door hun knieën en leggen een doek op de grond en beginnen hun waar uit te stallen. Meteen als ze zitten en opkijken krijg je die stralende lach die je hier zoveel ziet. Wat dit land allemaal mist door de grote armoede wordt ruimschoots goedgemaakt door die Lach met een hoofdletter.
De weg naar Kakku is nog vrijwel leeg. Wat bromfietsen, allemaal afgeladen, ossekarren met zware ladingen, rijtuigjes met marktgangers en zo nu en dan een antiek model vrachtwagen volgeladen met vrouwen in allerlei kleuren tribale kleding. Hun lachen schalt boven de ronkende dieselmotor uit. Het leven rust hier uit.
In Kakku aangekomen lijkt het complex mij nogal klein uitgevallen maar Aung Than verzekert mij dat het er echt 2472 zijn die stoepa's. Ik wil het graag vanaf een hoogte fotograferen om een overzicht te krijgen. Vraag of dat kan maar ik zie aan zijn gezicht dat er een probleem is. Ja die berg is er wel maar dit is Pao gebied en de berg ligt een paar meter in door de Shan gecontroleerd gebied. "They could shoot!" zegt hij met een serieus gezicht. Als ik vraag of ze ook zullen schieten zegt hij dat dat waarschijnlijk niet het geval zal zijn. Dus wat is het probleem? Hij gaat mij keurig voor naar de berg maar als we het bruggetje naar het land van de Shan over zijn gaat hij wel achter mij lopen en laat mij als eerste het, veel gevaarlijker, glibberige bergpad opklauteren. Boven zie ik de stoepa's beneden mij en daar was het om te doen. Ongeschonden bereiken we weer Pao land en betreden het complex. Het is indrukwekkend van schoonheid en omvang als je er eenmaal tussen staat. Zon komt er nauwelijks door het nog maar dunne wolkendek maar dat beetje dat het haalt tot hier blijft kleven aan de gouden stupa aan het einde van dit woud van pieken. De stilte, wij zijn de eerste bezoekers deze dag, is bijna heilig en de belletjes hoog in de kronen van de stoepa's geven die stilte een magische klank. In elke stoepa zitten een of meer Boeddha's. Allemaal verschillend en sommige van grote schoonheid. Maar veel stenen en veel schoonheid maakt hongerig en, het past bij deze plek, de lunch smaakt buitengewoon goed. Een knoflook curry om je vingers bij af te likken en een tomatensalade die echt lekkere tomaten bevat. Het omrijden waard zou de Michelingids zeggen. Hlaing Konn heet het tentje, voor het geval dat.