Rangoon
Gisteravond met een flinke vertraging door Yangon Airways naar Yangon terug gevlogen. Maar heb mezelf getrakteerd op wat luxe in het oude Rangoon en slaap in de Savoy. Een (helemaal opnieuw opgebouwd) oud koloniaal Engels hotel met een erg sfeervolle inrichting. De sfeer wordt in dit soort hotels, in tegenstelling tot de eenvoudige guesthouses, helemaal gemaakt door bouw, inrichting en, soms, personeel. Hier is het bedienend personeel helemaal O.K. Sliep hier zes jaar geleden ook al eens en dat beviel. In The Strand lachen en buigen ze alleen maar voor een fooi. En daar is met de sfeer ook van alles mis. Met de gasten overigens helemaal. Dat valt hier in de Savoy wel mee maar in de guesthouses komen toch meer o.s.m. of moet ik in dit geval zeggen m.s.m.?
Ik douchte en sliep overigens uitstekend onder die hagelwitte lakens en afdrogen met grote, zachte badlakens blijft een genot. Voor het eerst deze trip kon ik gewoon rustig aan doen en voelde niet de plicht om voor dag en dauw op pad te gaan bang om een mooi moment te missen. Natuurlijk ben ik wel weer om acht uur aan het lopen maar dat reken ik maar tot de gewenning.
Dat in dit hotel ook opgeblazen kikkers komen die reizen met het geld van hun baas en een overdosis kapsones bleek bij de receptie toen ik mijn sleutel afgaf vanochtend. Twee kerels aan het inchecken, Nederlanders ook nog. Keurden mij natuurlijk geen blik waardig in mijn reizigers uniform wat ik in dit soort gevallen als een compliment beschouw. Zij beiden in een veel te warm colbert waar al wat donkere plekken verschenen onder de oksels. Altijd prettig om naar te kijken, toch? Een van de twee wilde geld wisselen aan de balie. Ik streek over mijn hart en zei dat op straat een veel betere koers te krijgen was. Hij keek mij ietwat misprijzend aan en zei, geaffecteerd maar met in de verte nog een vleugje Eindhovens, "Ach, ik ken de mores van dit soort landen wel, en ik hou niet zo van dat zwarte gehandel". Nooit ergens geweest schatte ik direct in en zeker niet in Myanmar en ook nog slecht voorbereid. Die mores was waarschijnlijk een all-in week aan de Turkse kust met een dagje excursie naar een authentiek vissersplaatsje waar je nog echte Turkse koffie kon krijgen. In dit geval per hoge uitzondering een week niet op kosten van de zaak. "En wat krijg je dan voor een koers op die markt van jou" vroeg nummer twee die nu bijkans uit zijn 'jassie' dreef. "800 Kyat tegen 700 hier voor een dollar zeker?". "Voor die 100 ga je toch niet op een markt staan te sjoemelen" was de reactie van mijnheer Mores. Ik deed nog een laatste poging en zei dat dat wel heel wat scheelde want als je 500 dollar ging wisselen, eet en drink je de rest van de trip gratis "Wie wisselt er hier nu 500 dollar" schamperde hij. "Ik loop straks even een bank binnen" zei de gek. Doen dacht ik deze keer, daar krijg je vijf Kyat voor die dollar! Ik moest nodig spuwen en dat doe je hier op straat en daar voel ik mij thuis.
Was gisterenavond in de Captains Bar van het hotel ook al getuige van een min of meer soortgelijk gebeuren waarbij een te dronken gast gefileerd werd door twee dames die min of meer beroepsmatig deze bars bezoeken. Heb het al zippend aan mijn rode wijn allemaal opgeschreven maar twee verhalen is een beetje teveel van het goede. Ik ga weer genieten van mijn tochtje door Rangoon. Het blijft een erg leuke stad. Markten (met veel wisselaars!) en straten die tot markten omgetoverd zijn. Iedere straat zijn eigen nering en nu overal die portretten, kalenders, behang, notitieboekjes, agenda's, posters en vlaggen met Aung San Suu Kyi. Dat het toch nog zover gekomen is. Blij als woord dekt hierbij allerminst de lading.
Dat mijn bezoek afgesloten werd met een fikse vertraging op de luchthaven verlengde de trip ook en dat was alleen maar meegenomen. Nu het zuiden van Myanmar nog. Iets voor 2013?