Water, Fire and Gynastics
In alle vroegte klauterde ik al over daken om een mooi beeld van bovenaf te krijgen van de oude stad Yadz. Het betoverende licht suste mijn geweten dat ik hier zomaar over andermans huizen liep, zonder toestemming. Maar wie had ik het kunnen vragen? Op straat was het nog doodstil op een paar vrouwen na die in zwarte chaddors zachtjes, ja doodstil, naar de moskee schuifelden, elke blik met jou, een verdorven westerling die je zomaar aankeek, vermijdend. Ik bleef ze vrolijk Salaam toeroepen. Mijn protest tegen de beknotting van hun vrijheden. Heel dapper vond ik zelf. :)
In de ochtend bezochten Sani en ik een paar heilige Zaratoustrian plekken. De Towers of Silence, nu aan de rand van de stad, eens ver buiten de stad, werden niet meer gebruikt maar waren nog steeds indrukwekkend van schoonheid. Op een paar toppen van heuvels waren er ommuurde grote cirkels gebouw waar deze kleine godsdienstgemeenschap hun doden naar toe brachten om ze door de gieren te laten opruimen. Een oud gebruik wat ook in India en Tibet nog in zo gedaan wordt. Hier is het al een tijd niet meer toegestaan en ze begraven hun mensen nu. De Zaratoustrians geloofden dat men de aarde niet mocht besmetten met hun lichamen, de aarde was heilig, het milieu stond bij hen, duizenden jaren geleden al, hoog in aanzien. Deze plek was, ondanks de rumoerige nabijheid van de uitdijende stad nog steeds heel sereen. Er waren ok geen andere mensen wat daaraan bijdroeg, dat serene zit natuurlijk in mijn hoofd. De Parsi in India leggen hun doden ook op deze manier in de open lucht en eigenlijk is het een heel hygiënische manier van begraven. De Parsi zijn ook Zaratoustrians maar worden Parsi genoemd naar het land waar ze vandaan kwamen; Perzië. Hier heet de taal Farsi wat een verbastering is van Parsi. De Arabieren konden de P niet uitspreken en de Iraniërs hebben dus de naam van hun eigen taal verbasterd.
Het tweede heiligdom was de tempel van het vuur. Het vuur mocht nooit uitgaan besloten ze 1540 jaar geleden en het brand nog steeds. Ze hebben het een aantal keren verplaatst maar nooit uit laten gaan. Ook deze plek had je sereen kunnen noemen al werd dat verpest door een grote groep Chinezen die vooral elkaar en zichzelf fotografeerden hier. Wat moet de wereld straks aan met al die selfies die het internet overbelasten? Misschien toch iets bedenken dat die bij overlijden allemaal gewist worden. Leefde Steve Jobs nog maar die zou wel iets hierop bedenken.
Hierna de straat over gestoken en even bij een kleine Henna fabriek binnen geglipt. Mooi oud allemaal en uiterst ongezond om in te werken bedacht ik mij. De man die hier helemaal alleen de machines bediende had waarschijnlijk nog nooit een selfie gemaakt.
Vanmiddag had ik vrij want Sani moest wat regelen omdat zijn vader een stroke had gehad in Teheran. Ik vreesde hem kwijt te raken. Ben weer gaan lopen en heb mijn algemene ontwikkeling bijgespijkerd in diverse monumenten, het watermuseum en mijn kooplust kunnen bedwingen in de bazaar. Hier kon ik eindelijk op mijn gemak wat vrouwen fotograferen met chaddors zonder dat ze haastig doorliepen. Gips is geduldig. Bij de lunch belde Sani dat hij terug naar Teheran moest en dat ik op het einde van de middag een nieuwe chauffeur zou krijgen. Heel jammer maar natuurlijk vanzelfsprekend dat hij naar zijn vader, die stervende was, moest. Hierna had ik het ook wel even gehad met Yadz en bracht de middag luierend door in mijn hotel. Toen de schemering viel kwam de jongen van de receptie vragen of ik wat thee wilde en bracht hij mij spontaan een serenade met een paar mooie Iraanse liederen over verloren liefdes.
Dahood, mijn nieuwe chauffeur, is een ramp vrees ik. Spreekt best goed Engels maar vrijwel onverstaanbaar door de snelheid en het accent. En hij wil vooral véél spreken. Alles uitleggen en mij geen minuut stilte gunnen. Daar gaan we morgen iets aan doen. Daarbij heeft hij ook geen mooie grote 4WD waar ik lekker hoog in zit maar een ordinaire Peugeot met een ramp van een stoel. Goed, reizen is afzien, we zullen het ermee moeten doen. We gingen al babbel de babbel naar een sportwedstrijd in een oud waterreservoir. Een indrukwekkend bouwwerk, enorm van afmetingen en hoe de toevoer van het water hier vroeger geregeld was (vanuit de bergen, ondergronds op zestig kilometer afstand) had ik in het watermuseum gezien. De sportwedstijd was een oude Iraanse sport die nog een voorloper was van het moderne worstelen begreep ik van Dahood. Iran is heel erg goed in worstelen. Dit was wat onschuldiger begreep ik aan de aanwezigheid van vrouwen in het publiek want die mogen dat verdorven worstelen met halfblote mannen natuurlijk niet zien. De wedstrijd begon met allerlei gymnastiekoefeningen die bij ons ook gedaan worden in gymnastiekclubjes in wijkgebouwtjes. Dat duurde wel lang allemaal die oefeningen, vrij imposant qua heftigheid maar het bleef gymnastiek met daarbij veel tromgeroffel en knetterhard gezang van Islamitische teksten. Uiteindelijk bleef het bij de oefeningen en was dat de wedstrijd. Veel gedoe vond ik het maar het is traditie zullen we maar zeggen.