Hazy Lazy Day on the Salween River
De vele gouden stupa's flonkeren in de bijna kleurloze overgang tussen rivier en wal. Alleen de zo mooie contouren van de palmen blijven diffuus zichtbaar. Het licht van de vroege zon is helemaal opgegaan in het mistige gordijn van de nu al voelbare warmte. Het geluid van de motor van de boot overstemd de songs op mijn koptelefoon, flarden liedjes bereiken mij, teksten gaan verloren. Ja, over verloren liefdes, ik weet het wel, kan het dromen. Ondanks de herrie overheerst de rust. Kinderen spartelen in het water en gaan kopje onder van het zwaaien. Minglabar bereikt mij omdat ik het woord herken. De vissers zijn onvermoeibaar in hun kleine bootjes, zeven dagen per week van vroeg tot laat netten werpen en weer ophalen. Ook zij zwaaien allemaal. De lieve, oude Japanner aan boord zit nog steeds vol enthousiasme op de boeg, al uren in kleermakerszit. Hij dacht dat deze boot een excursie was en geen lijndienst. Hij moet straks, vanmiddag, weer terug, heeft alleen een klein flesje water en een Olympus cameraatje bij zich. Hij vindt alles prachtig, wijst mij op iedere vogel en en zwaait al lang voor hij in zicht is naar de mensen aan de wal. Als de Karstbergen langzaam door de trillende warme lucht zwakke vormen laten zien staat hij enthousiast op en rukt mij blij aan mijn arm en wijst en wijst en wijst. Ik ben jarig. Niemand die het weet, ik ga het ook vergeten. Het leven is goed, het leven is mooi. Twaalf maart tweeduizend en zestien op de Salween rivier