Gwalior Fort
Ai!! Auto botst op koe, koe dood, auto kapot. Duizend Indiërs boos, boos op auto, boos op koe. Het blijven heilige koeien, beide. Reisde van Agra naar Gwalior via wat binnenwegen. Het contrast was groot. Je hebt het moderne India van internetsnelwegen, autosnelwegen en de snelweg van de supersnelle ontwikkeling. Petje af. Maar er is nog steeds een ander India, het India van het platteland, van de chaos, de armoede, alsof die twee elkaar niet kennen. Zo mijlenver uiteen. Goede brede wegen die van het ene moment op het andere in een zandpad veranderen en nadat je banden bijna aan gort zijn vrolijk weer weg worden. Bussen, veel bussen, die blijkbaar dwars door Syrië gereden hebben, mannen die je tot stoppen dwingen om op de foto te kunnen en daarna als een kind zo blij verder rijden, dorpjes waar de mobiele telefoon de enige herinnering aan 2019 is. In Gwalior, de parel van Hindoestan kwamen beide India’s elkaar tegen. Het fort een reusachtige citadel op een hoge heuvel, een klomp in het landschap, onneembaar eens, nu een attractie. De rots domineert de uitgestrekte benedenstad volledig. Paleizen, moskeeën, hoge verdedigingsmuren, vergezichten. En enorme, oude, Jain beelden uitgehouwen in de rotswanden, de gelijkenis met de Boeddha was onmiskenbaar alleen zag ik Boeddha nog nooit in zijn blote kont. Daarna in een hels claxonconcert terecht gekomen, één uur over honderd meter. De koeien gingen sneller want namen voorrang.