Shatrunjaya Hill

Shatrunjaya Hill

Het was nog helemaal donker toen de aardige mijnheer van het hotel mij naar het begin van de heilige berg bracht. Ik slaap ergens in een klein dorpje tussen landerijen. Onderweg was het manoeuvreren tussen de ezel(donkey) karavanen door. Dat leverde een mooi weetje op. Er is een werktijdenwet voor donkey’s hier. Daar wordt strikt de hand aan gehouden. Vroeg beginnen maar na vijf uur klaar. Drie uur omhoog, half uur pauze, anderhalf naar beneden. Zwaar beladen dat wel. Daarna grazen. Maar het zwaarst beladen zijn de jonge meisjes die marmeren platen naar boven sjouwen. Op hun hoofd natuurlijk. Twee keer op en neer per dag. Niks wet.

 

Ik moest ook omhoog naar de Shatrunjaya waar 900 jaar aan tempels gebouwd is. 500 meter aan traptreden, een kilometer of vier lopen. Het was een gedoe van jewelste waarbij de blijheid voor de te nemen tocht overheerst. Iedereen jolig, tenminste daar beneden aan de trappen, werd wat minder hogerop. Er heerste een ernstig overschatten van het eigen kunnen. Maar er waren dragers genoeg met twee tarieven, onder en boven de 100 kilo. Vier dragers voor de zwaarsten. Een enkeling, dik en volgevreten belde zich naar de top zonder zijn dragers een blik waardig te keuren. Geen Ook kon er geduwd worden waar veel gebruik van werd gemaakt. Een meer dan koddig gezicht. Maar toch overheerste devotie. Vooral toen de zon opkwam was het ontroerend te zien hoe men bad tot de verwekker van al het leven. Vooral de in het wit geklede Jain devotees werden levende heiligen. Binnen in de tempels een gewijde sfeer, massaal prevelende monden, ogen die de god naar keuze opzochten. Helaas of eigenlijk wel goed; geen foto’s. Mannen met karabijnen hielden de wacht. Eigenlijk had ik een kermis verwacht zoals op zoveel andere heilige plekken in India, maar niet hier bij de Jain. Strak geregeld, geen winkeltjes, geen geldkloppende heilige mannen, geen bedelaars. Vroomheid all over. Geen bordjes in een voor mij begrijpelijke taal om de weg te wijzen. Ik liep wat extra treden en kwam wéér in het heilige der heiligen terecht. Dubbele punten dacht ik maar.

 

Toen even vragen en zoeken naar de andere, steilere weg terug, dichter naar mijn hotel. Vijf duwsters zonder werk wezen mij de weg. moesten ook die kant op. Ik dacht, ik loop gezellig mee op. Geen sprake van, hun trippelvoetjes ranselden in een moordend tempo de treden af. Zelfs als ik hard zou gaan lopen, geen schijn van kans, het zou overigens mijn dood betekenen, zo steil. Gezellig was onderweg de vriendelijke vraag: How was the feeling? Vele malen gesteld. Ik was weer een stap dichter bij het Nirwana en al om 11:00 uur plofte ik op mijn bed voor een kort slaapje voordat die enorme lunch weer klaar staat. Het zijn tijden.