Vlorë to Sarandë, beautiful

 

Vlorë to Sarandë, beautiful

Langs de rand van Albanië, van Vlorë naar Sarandë

De route van Vlorë naar Sarandë is een van de mooiste van Albanië, en dat verdient een beschrijving wat de bochten, uitzichten en verrassingen recht doet. Vlorë zelf viel wat tegen.  De hotel dichtheid is beangstigend, zouden ze nog een boterham of beter een raki verdienen? Gezien het aantal terrassen waar vooral locals zitten vormt dit geen probleem. Nog een weetje over de roekeloze Albanees met rijbewijs. De regel dat je op een rotonde voorrang zou hebben vinden ze een waardeloze regel. Die is niet aan hen besteed. Ze scheuren er dwars overheen. Je went eraan. Door naar het zuiden. Ik verheugde mij al op de pasweg over de Llogara-pas en zag nog net op tijd dat ze, met dank aan de EU, een tunnel geboord hebben. Een must deze pasweg behalve als er een enorme caravan meegesleept moet worden. De weg stijgt en slingert en stijgt nog wat verder, de vergezichten over de Adriatische zee en de bergen zijn onvergetelijk. De wind trouwens ook. Het bord met de aankondiging van de Green Coast als ultieme kust blijkt van bovenaf nogal opportuun. Beneden is daar de Albanese Rivièra. De hotels zijn een mix van Grieks, Ottomaans en Albanees betonoptimisme. Niet alles is af maar het blauw van de zee was er altijd al. Na uren slingeren bereik je uiteindelijk Sarandë, een stad die zich voordoet als een mondaine badplaats maar van dichtbij vooral uit appartementen bestaat die in de lucht lijken te groeien zonder dat iemand weet of er ooit een vergunning is aangevraagd. En een uitzicht op Corfu, dat hier bijna om aan te raken zo dichtbij lijkt het. Overal rijdt iets met luide muziek. Je eet hier vis maar de "very fresh fish" wordt uit de vriezer gehaald. Dat eten doe je aan het strand, geen zand maar kiezels, maar daar heeft niemand last van. ’s Avonds verandert alles een beetje. De hitte zakt. De zee schittert. En ik bestel een glas lokale wijn, rood, warm, een beetje laf van smaak.

The route from Vlorë to Sarandë is one of the most stunning in Albania, and it deserves a description that does justice to its curves, views, and surprises. Vlorë itself was a bit of a letdown. The hotel density is alarming, you wonder if anyone’s still making a living here, or at least earning enough for a glass of raki. Judging by the number of terraces filled mostly with locals, it seems not to be a problem. A quick note on the famously reckless Albanian driver: The rule that you should yield on a roundabout is, frankly, seen as pointless. They just blast straight across.
You get used to it. Onward to the south. I’d been looking forward to the Llogara Pass, a legendary stretch of winding mountain road, only to spot, just in time, a new EU-funded tunnel that now bypasses it. A shame, really. The pass is a must-do, unless you’re towing a massive caravan. The road climbs, twists, and climbs again, revealing unforgettable vistas of the Adriatic Sea and the mountains beyond.
The wind, too, leaves an impression. A large sign proudly announces the arrival of the Green Coast, from above, it feels more hopeful than factual. Down below lies the Albanian Riviera. The hotels are a mix of Greek flair, Ottoman leftovers, and a particularly bold strain of Albanian concrete optimism. Not everything is finished,  but the deep blue of the sea has always been here. After hours of winding roads, you finally reach Sarandë, a city that presents itself as a cosmopolitan seaside destination, but on closer inspection mostly consists of apartment blocks growing vertically without any clear evidence of permits. And there’s the view of Corfu, almost indecently close. Everywhere, something drives past with music that’s too loud. You eat fish here, of course, but the "very fresh fish" comes straight from the freezer. You dine at the beach, no sand, just pebbles, but nobody seems to mind. In the evening, things change a little. The heat eases. The sea glimmers. And I order a glass of local wine. Red. Warm. A bit bland..

 

 

 

 

De route van Vlorë naar Sarandë is een van de mooiste van Albanië, en dat verdient een beschrijving wat de bochten, uitzichten en verrassingen recht doet. Vlorë zelf viel wat tegen.  De hotel dichtheid is beangstigend, zouden ze nog een boterham of beter een raki verdienen? Gezien het aantal terrassen waar vooral locals zitten vormt dit geen probleem. Nog een weetje over de roekeloze Albanees met rijbewijs. De regel dat je op een rotonde voorrang zou hebben vinden ze een waardeloze regel. Die is niet aan hen besteed. Ze scheuren er dwars overheen. Je went eraan. Door naar het zuiden. Ik verheugde mij al op de pasweg over de Llogara-pas en zag nog net op tijd dat ze, met dank aan de EU, een tunnel geboord hebben. Een must deze pasweg behalve als er een enorme caravan meegesleept moet worden. De weg stijgt en slingert en stijgt nog wat verder, de vergezichten over de Adriatische zee en de bergen zijn onvergetelijk. De wind trouwens ook. Het bord met de aankondiging van de Green Coast als ultieme kust blijkt van bovenaf nogal opportuun. Beneden is daar de Albanese Rivièra. De hotels zijn een mix van Grieks, Ottomaans en Albanees betonoptimisme. Niet alles is af maar het blauw van de zee was er altijd al. Na uren slingeren bereik je uiteindelijk Sarandë, een stad die zich voordoet als een mondaine badplaats maar van dichtbij vooral uit appartementen bestaat die in de lucht lijken te groeien zonder dat iemand weet of er ooit een vergunning is aangevraagd. En een uitzicht op Corfu, dat hier bijna om aan te raken zo dichtbij lijkt het. Overal rijdt iets met luide muziek. Je eet hier vis maar de "very fresh fish" wordt uit de vriezer gehaald. Dat eten doe je aan het strand, geen zand maar kiezels, maar daar heeft niemand last van. ’s Avonds verandert alles een beetje. De hitte zakt. De zee schittert. En ik bestel een glas lokale wijn, rood, warm, een beetje laf van smaak.