Times have changed in Krujë

 

Times have changed in Krujë

De dag begon, zoals beloofd, in het Muzeu Fotografisë. Veel historie, weinig heden. De legendarische fotograaf Marubi liet maar liefst 482.817 glasplaatnegatieven achter, een archief dat bijna zwaarder weegt dan de Albanese geschiedenis zelf. Het museum was indrukwekkend, maar tamelijk verstild. Aan de overkant van de straat wachtte koffie met een croissant ter grootte van een brood. Het werd tijd voor de Adriatische Zee. Volgens de recensies moest Velipoja dé badplaats zijn. Maar recensies zeggen niets over zwaarbewolkte lucht, nog opgestapelde strandstoelen en een zomer die hier kennelijk pas ergens in juni begint. Het strand lag erbij als een verlaten filmset. Onderweg ontdekte ik dat het nationale geluk in Albanië de vorm heeft van een Mercedes. Het liefst een ouder model, glimmend, breed, zwaar. Zonder zo’n voertuig tel je hier nauwelijks mee.
En blijkbaar hoort bij het bezit van een Mercedes ook het recht om midden op de weg uitgebreid met een andere Mercedes-eigenaar te converseren. Geen toeterende files, geen irritatie. Iedereen wacht gewoon tot het gesprek klaar is.
Ze zijn ook ontzettend aardig hier. Dus je accepteert het met een glimlach. Omdat het weer niet echt wilde meewerken, reed ik verder, zuidwaarts, langs de geboorteplaats (of was het het sterfhuis?) van nationale held Skanderbeg.
Deze 15e-eeuwse vechtjas hield de Ottomanen een tijdje buiten de deur, en dat wordt hem nog steeds nagedragen met standbeelden, pleinen heuse kathedraal. Ik eindigde de dag in Krujë. Twaalf jaar geleden had ik daar warme herinneringen opgedaan, een charmant, vriendelijk bergstadje met een aandoenlijke bazaar. Maar de tijden zijn veranderd. Het toerisme en de bijbehorende bouwwoede had toegeslagen. De oude bazaar was veranderd in een soort koopgoot.