Slippery when wet
Reizen maakt mij vaak sprakeloos maar daarna wil ik het opschrijven. Vooral voor mijzelf, om niet te vergeten. Want anders herinner je je alleen de mooie dingen. Vandaag reed ik omhoog over een onmogelijk steile weg naar Puh Shi Fah, een berg aan de grens met Laos. Het laatste stuk naar de top moest je lopen. Ook een steile kilometer. Daar een overweldigend uitzicht en veel wolken. Uit een van die wolken viel een buitje en daar hadden de seinen op rood moeten staan. Nee dus. Voor ik het wist glibberde ik onderuit op de spekgladde rotsen. Tijdens de val zag ik mijn rechterbeen langs mijn hoofd zitten, dacht die ben ik kwijt. Dat viel mee, beetje opgerekte lies en wat pijntjes aan knie en enkel. Daar kom ik goed van af dacht ik toen. Ik eindigde de dag na meer mooie Thaise wegen bij een lodge aan de rivier Nan. Ik diende veel te luisteren naar de Engelsman Tony maar had daardoor veel tijd om naar zijn mooie vrouw, de eigenaresse, te kijken. Het bier bekorte de te lange verhalen enigszins. Eenmaal in bed kreeg ik helse pijn aan mijn knie en de gang naar het toilet voor water en paracetamol werd een martelgang. De volgende ochtend kreeg ik zalf van de lieve Thaise en beperkte ik mij tot gasgeven, remmen en wat strompelen. Eindigde aan de Mekong in weer een mooie lodge maar achteraf had ik aan de rivier de Nan moeten blijven. Vond zij ook.