Bouddha Madness
Waar was ik ook alweer gebleven in Thailand? Aan de Mekong met een zere knie. Ach die gaat weer werken op den duur. Gisteren een flash-back naar een reis door Laos in 2009. Daar bezocht ik het surrealistische beeldenpark van Luang Pu Boun Leuk Sourirat. Mystieke sjamanen hebben lange namen. Het was een park met vreemde en prachtige gigantische sculpturen die hindoeïstische en boeddhistische goden uitbeelden. Hij moest er na de communistische machtsovername van 1975 in Laos mee stoppen. Maar wipte de grens over naar Thailand en begon opnieuw. In Nong Khai. Hier is het park ook een mengelmoes van grote en bizarre betonnen beelden van Boeddha, Shiva, Vishnu en andere hemelse goden, geboren uit Luang dromen. De beeldhouwer en zelfbenoemd filosoof ligt opgebaard in een glazen kist belicht door vele discolampen in een tempel. Ik kwam er toevallig langs op weg naar nergens. Als je niet weet waar je naartoe gaat, brengt elke weg je wel ergens naartoe. Zo bracht ik de laatste dagen door. Twee keer keek ik even in de Lonely Planet om te kijken of er onderweg iets bijzonders te zien was. Moet je niet doen. De eerste “niet te missen attractie” volgens de LP was een cobra park. Een eind om en de beloofde “out of this world” atmosfeer was van een ongekende triestheid en leegte. De tweede tip was “the stunning stupa at the heart of this important temple, is Khon Kaen’s one must-see”. Niet echt bijzonder deze Wat Nong Wang. Het observatiedeck op de 9e verdieping was wegens corona gesloten. Had die gidsen toch zelf moeten schrijven. Daarna heb ik in Khon Kaen maar een hotelkamer op de 21ste geboekt.