Turkey Deserves an Epilogue
Turkije verdient een epiloog. Het grootste deel van deze reis bracht ik door in dit indrukwekkende land, een plek van schoonheid, herinnering en diepe tegenstellingen. Een land met een ongekend rijke geschiedenis, maar ook met knarsende conflicten, zowel oud als actueel. Vandaag speelt er van alles tussen president EgoErdoğan en de burgemeester van Istanbul, maar de diepere, fundamentelere spanning ligt tussen de Koerden en de Turken. Het oosten van Turkije is Koerdisch. Punt. De Koerden hebben simpelweg het recht daar te leven, sterker nog, ze verdienen hun eigen staat. Net als Iraaks Koerdistan, en delen van Syrië. Niemand zou de Turken hun plek misgunnen, maar laten we eerlijk zijn: ook zij kwamen hier ooit van elders. De wortels van het Turkse volk liggen in Centraal-Azië, nabij het Altaj-gebergte – zuidelijk Siberië, dicht bij het huidige Mongolië. Toen zij deze contreien nog niet bewoonden, leefden hier al eeuwenlang anderen: Grieken, Romeinen, Armeniërs, Perzen, Joden en Syriërs. Zelfs Keltische Galaten en Friezen vestigden zich ooit in Anatolië. Maar Turken? Die kwamen later.
Daar wringt dus nog altijd iets. Dat gezegd hebbende: ik heb niets dan respect voor de mensen die ik hier ontmoette. Turken zijn hartelijk, gul en werken ongelooflijk hard. Vandaag raakte ik in gesprek met een jong Turks meisje dat in een restaurant werkte. We spraken over van alles, politiek, cultuur, dromen, angsten. Ze vertelde me over haar bezoek aan Zweden. Zweedse vrienden hadden jarenlang van haar gastvrijheid in Istanbul genoten, zoals alleen Turken dat kunnen bieden. Maar toen zij zelf in Zweden aankwam, trof ze achterdocht, racisme, en de vraag die zelden onschuldig klinkt: “Wanneer ga je terug naar je land?” Waar heb ik dat eerder gehoord?