Greco-Roman kitsch

 

Greco-Roman kitsch

Op weg weer. Antalya achter me gelaten en de neus van de auto naar het oosten gericht. Volgens mijn reisgids moest ik zeker stoppen in Side. Dus dat deed ik. Meer zuilen. Veel meer zuilen. Vooral Grieks. Ik voeg “zuilenmoeheid” officieel toe aan mijn vocabulaire. Side heeft wel een charme. Geen ruïnepark in de leegte, maar een stadje dat eromheen is gegroeid. Straten en pleinen waar je over glasplaten loopt, met daaronder de oude wegen. Alsof je over een andere tijd wandelt. Jammer alleen dat de zon zo fel scheen dat ik vooral mezelf in het glas zag. Verder dan maar. Langs de eindeloze reeks All Inclusive Resorts. Velen zo lelijk dat het haast knap is. Een esthetiek die zich het best laat omschrijven als Grieks-Romeins kitsch: marmer, namaakbeeldhouwwerk, pompeus en pompeuzer. Blijkbaar heb ik een andere smaak. Tussen die betonnen kolossen duikt steeds weer een “Outlet Village” op. Want ja, als je hier twee weken all-in vastzit, moet je íets. Wel: mooie stranden her en der. En oostwaarts: bergen. Steile haarspeldbochten. Uitzichten, vergezichten. Kastelen van kruisvaarders op dagafstand te paard, niet per bus, neem ik aan. In Silifke vond ik het wel mooi geweest. Een weinig aantrekkelijke stad, maar ik had er genoeg van. Hotelletje gevonden, en op zoek naar een biertje. Dat viel niet mee. Streng islamitisch hier. Maar dan ineens een klein bordje: “Pub.” Eerste verdieping. Twijfelachtig trappenhuis. Rook. Mannen aan tafeltjes. Een duistere gang. Maar… bier van de tap. Murat stond achter de toog. “Je blijft ook eten” zei hij, zonder het als vraag te formuleren. Ach, waarom niet? Buiten was het niet veel gezelliger en aan thee had ik even géén behoefte. Murat maakte een verse salade en de köfte smaakte precies zoals köfte hoort te smaken.