Moskow revisited
Autorijden in Rusland is in tegenstelling tot alle berichten die mij vooruit gesneld waren een uiterst relaxte bezigheid. Ze gedragen zich keurig. Behalve die halve gekken die op motoren rijden, die willen alle snelheidsrecords verbreken. Je hoort ze gelukkig aankomen. Zelfs in Moskou was het rustig, wel op het einde van de zondagochtend moet ik zeggen.
Nu terug na al die jaren in Moskou. Op mijn gemak naar het Rode Plein gelopen. Dat bleek vergeefse moeite, de boel was dicht. Vol. Er kon niemand meer bij. Als ik na zes uur terug kwam misschien. Ik was niet blij. Gelukkig ontmoette ik Serge en Alexei. Twee daklozen. Nette jongens die wel in waren voor een praatje. Maar ja mijn Russisch… Gelukkig was daar een oudere dame die wel even wilde tolken. Ze hadden het niet best begreep ik maar dat had ik al begrepen. Serge kon “geen huis” in twintig talen zeggen. Zelfs in het Nederlands al zou “gin huus” ook best Noors geweest kunnen zijn. Daarna vroeg hij of ik mee wilde gaan naar zijn huis. Hij woonde om de hoek. De vriendelijke dame wilde weer verder dus wij waren wel klaar. Na het kleingeld uitgewisseld te hebben liep ik verder. Vrienden voor het leven waren ze geworden.
De metamorfose die Moskou ondergaan heeft valt met geen pen te beschrijven. Een gekkenhuis, een onherkenbare stad en nog niemand heeft gevraagd of ze mijn jeans of sneakers konden kopen. Jammer, want de Roebel is nu ook echt geld geworden. Bij de ingang van het Rode plein veel vrolijk gekleurde bloembedden. Als toerist en dan vooral vrouw of meisje dien je hier voor te gaan zitten of zelfs wulps in te gaan liggen om je te laten fotograferen. Tuit lachje, hand op je heup en borsten vooruit. Die foto kan zo op de schoorsteenmantel.
Een collega fotografe vroeg mij of ik kon helpen, haar camera deed het niet. Nu overkont het mij ook wel eens dus ik kon haar snel helpen. Gewoon de lensdop eraf halen.
De boycot tegen het Rusland van Poetin, die nu al vele jaren duurt, is hier in Moskow niet merkbaar. De weelde klotst tegen de stoepen op en je ziet de mensen er ook niet uiterlijk aan lijden. Dat ze tien, twintig, misschien wel dertig jaar eerder dood gaan valt in het straat beeld natuurlijk ook niet op. Ik weet niet hoe oud die oudjes zijn hier. Deze reis is vooral zo wonderlijk omdat ik het land 38 jaar geleden nog vol in de communistische tijd tekent heb. Toen borg Intourist mij op in het Metropole Hotel, honderd meter van het Rode Plein. Nu onbetaalbaar en het toppunt van luxe.