Tuna, Pasta, Rain and tears
Een dag rust. Al begon de dag met een bezoek aan de Kumano Hayatama Taisha, een van de drie heilige tempels van de Kumano. Het was allemaal vooral vermiljoen rood en het leek nieuw gebouwd maar dat weet je hier nooit zeker. Er werd weer veel gebogen in het bijzonder voor het dikste tempel touw van Japan. Dat stond ook weer genoteerd.
Japan wil graag groot zijn maar alles is klein. Kleine (lelijke) autootjes, kleine huisjes van soms maar 120 cm diep, kleine bootjes om mee te vissen op grote tonijn, kleine eethuisjes en barretjes, veel kleine mensjes en kleine hotelletjes met kleine halletjes om je schoenen uit te doen en te verwisselen met te kleine slippertjes. Je hebt geheid een probleem als er dan plotseling tweeëntwintig natgeregende Duitse toeristen in het halletje van de Minshuku staan en jij staat daar ook nog tussen. ‘Krieg’ zou je het kunnen noemen. Een, wanhopig ogende man met reiservaring, stond nog zwak te roepen “mach mal Platz’ maar hij had het net zo goed in het Japans kunnen roepen. Sumo worstelaars zijn simpler opzij te duwen. Buiten was het inderdaad plotseling gaan regenen maar dat had de voorkeur. Zodoende persten we er nog een mooie middagwandeling uit langs de kusten van het stadje Kii Katsuura. Een beroemd tonijnvissers plaatsje. Met zeearenden, mooie rotsformaties in de oceaan en Japanners aan het werk. Morgenochtend naar de tonijnafslag maar eerst vanavond bij de Italiaan pasta! Mmnnnn. Wat kan eten toch lekker zijn. En er hoefde nergens sojasaus op. Ik mistte alleen de Misosoep.