Zanzibar en boos

Zanzibar and some Dutch talk

Zanzibar en boos

 

Als diep gelovig niet gelovende kan ik mij vreemd genoeg nog altijd opwinden als die mummies van bisschoppen in Nederland iets te melden hebben. Gisteren las ik een stukje in de Volkskrant. Hopeloos. Het is altijd zwaar fout wat ze zeggen ontdaan van vrijwel alle menselijkheid. Het zijn mastodonten uit het verleden, een verleden waarbij de vertegenwoordigers van hen uit mijn jeugd meer aandacht hadden voor mijn kruis dan voor het kruis wat ze zelf dienden te dragen. De kerk loopt leeg janken de bischoppen in ons land, ja, als je in een ballon een gaatje prikt  is dat het gevolg. Als reiziger zie ik soms, met nadruk op soms, ergens wel eens een man, bisschop, priester opstaan die het goed meent met de mensheid en menselijkheid laat prevaleren boven een rechtlijnig geloof. Eentje schijnt er kortgeleden Paus geworden te zijn en heeft zichzelf bijgestuurd in een richting die hoop geeft. Maar de arme man is natuurlijk ook zijn hele leven bestookt met het gif van de dogma’s en de decreten. De vertegenwoordigers van hem die het goed menen en naar gebieden worden gestuurd waar met een beetje fantasie nog mensen om te praten zijn moeten wel een geloof van sprookjes brengen anders trapt niemand erin. Daarna is het weer een hele klus om ze bij te brengen dat je met bidden geen beter leven krijgt. En dat het gebruik van condooms streng verboden is maar wel noodzakelijk. Hier in Afrika heeft dat geloof sterk meegeholpen Aids verder te verspreiden waarbij die Pool maar vol bleef houden dat het niet gebruiken van condooms je in de hemel bracht.

 

Vandaag had ik er eentje in mijn auto die leek te deugen. Hij stond notabene te liften. Ik dacht eerst aan een backpacker maar toen hij instapte zag ik dat boven dat shirt en die jeans een klein wit boordje zat. Hij was Kroaat maar werkte hier al tien jaar. Zieltjes winnen vond hij tijdsverspilling, hij had het al druk genoeg met onderwijs en geld verzamelen voor diegene die dat veel te weinig hadden. Ja, de richtlijnen die hij ook wel eens kreeg hadden bekeren hoog op het lijstje staan maar hij kon toch moeilijk hier gelovigen af gaan pakken van de moslims die ook erg hun best deden om er het beste van te maken. Uitzonderingen daargelaten, dat wel natuurlijk. Als jonge jongen wilde hij al priester worden maar door al het gedoe van de oorlogen in Joegoslavië was het er nooit van gekomen. Toen hij hier op vakantie was geweest besloot hij alsnog die roeping te volgen. Het was meer een beroepskeuze vond hij. Het gaf hem veel voldoening maar hij wilde dit zeker niet zijn hele leven doen. Het was best eenzaam werk en misschien, hij lachte erbij, wilde hij wel een familie in de toekomst. En zoals het er nu voorstond raakte hij dan zijn baan kwijt. Toen hij bij zijn school aangekomen was hebben we nog een tijd in auto zitten praten. Hij wilde mij koffie aanbieden maar ik was al een heel eind voor hem omgereden en zag steeds dat strand weer op mijn netvlies. Ik aanbid toch meer de zon.

 

Een foto van zijn school en kerk maak ik op de terugweg, ai, geen chip in mijn camera, alweer!