A day at the lake
Daar ging het weer. Natuurlijk niet de makkelijke geasfalteerde weg maar de kortere, in dit geval heel betrekkelijk, weg over een paar bergpassen naar Chugcilan. Het was een machtig mooie weg en Ramiro genoot zeker zoveel van het rijden als ik van het kijken. De Toyota Hillux kreeg op z’n flikker. Na bij Mama Hilda ingecheckt te hebben ging het direct weer door naar het kratermeer Laguna Quilotoa. Het glasgroene meer is betoverend zoals het daar in de uitgedoofde krater van de vulkaan mooi ligt te wezen. Ofschoon het van bovenaf de grootste schoonheid bezit wil je toch hoe dan ook afdalen. Dat is reizen; onzinnige dingen doen die veel inspanning kosten omdat beneden tot de ontdekking te komen dat het boven mooier was. En dan moet je nog terug omhoog.