The Jungle
De dag begon met een dilemma. Ik was niet echt toe aan mijn zoveelste jungletocht maar veel meer dan jungle was hier niet voorhanden. De twee beschikbare routes vielen bij voorbaat af en de oplossing werd gevonden in een soort survivaltocht. Nu vind ik het leven zelf al een survival genoeg, daar hoef ik niet speciaal een tocht van te maken. Maar ik wilde het feestje van vandaag ook niet verpesten en we begonnen om half negen het bos in te lopen. Ik dacht op een willekeurige plek maar Richard, de gids, verzekerde mij dat dit een pad was. Grapjas. Het werd een gekrabbel en gestrompeld door modderpoelen en bewegende bladeren waarbij het soms inderdaad op een pad leek. Dat was als we door een stukje rivierbedding moesten klauteren. Gelukkig staat het oerwoud vol met bomen, die bleken een aardige hulp. Ik werd wel gewaarschuwd. Sommige waren lief andere giftig of gemeen stekend maar bij het overgrote deel was ik blij dat ze er stonden. Als houvast, ik zak met mijn gewicht natuurlijk een metertje meer weg dan die andere lichtgewichten. Richard, ondertussen, legde geduldig uit wat er zoal bloeit en groeit in de jungle en in het begin luisterde ik aandachtig. Welke noten de kolibries lekker vonden en welke bloemen andere wezens opaten en hoe hoog die bomen wel niet konden worden. Op een gegeven moment kon het mij niets meer schelen wat hij vertelde, hoe mooi die natuur ook in elkaar steekt. Van die noten en die kolibries geloofde ik toch al niet daar waren die noten veel te groot voor. Ik was overigens blij te zien dat bij mijn twee meelopers ook het water van hun gezichten gutste. Bij zwemmen blijf je doorgaans droger. Ik keek vaak op mijn telefoon om de tijd bij gehouden en daar zag ik ook dat bij mijn achtergrondfoto met een lief vrouwengezicht de druppels heftig van haar gezicht regenden.
Vijf uur zou de tocht inclusief stops duren. We deden het een stuk korter want ik wilde niet stoppen. Stoppen zou betekenen daar ter plekke overnachten. Op een gegeven moment werd het lichter, in een echte jungle is het donker, en de bomen lager, de struiken vriendelijker en er groeiden de meest lekkere vruchten aan de bomen die we allemaal moesten proeven. Er was inmiddels een pad verschenen en het werd een uitje. Er was nog wel een oude, totaal vermolmde brug waar die kleine mannen natuurlijk niet doorheen zakten, hoe verrot ook dat hout. Ik overigens ook niet. Wel was ik blij dat ik in de verte een paar mensen op het pad zag staan. Zo te zien hadden ze plezier. Prostituees zei Ramiro. En inderdaad, toen we er waren stond het er echt: Nightclub Nena. Nena zelf was er zo te zien niet maar de twee dames en hun beschermer? pooier? lover?bouwvakker? wel en ze waren erg vriendelijk. En ze hadden koud bier. Het was een potsierlijk gezicht, zo’n nachtclub in het oerwoud. Ze waren aan het uitbreiden met een biljartclub waarbij de twee vrouwen het cement aanvoerden. Maar het werd gezellig, we mochten binnen komen, ik mocht foto’s maken en ze wilden met mij op de foto. Ik ga ze niet allemaal laten zien maar buiten het bier werden er geen andere transacties verlangd. De bonk spieren en een van de girls waren zo verliefd op elkaar dat ze de hele tijd moesten stoeien waarbij een machete in de hand van het meisje soms voor hachelijke momenten zorgde.
We moesten weer terug, gelukkig met de boot deze keer. Op zo’n moment, in een boot, op een snelstromende rivier, links en rechts die wondermooie dichte jungle, helder licht, ja dan kun je gelukkig zijn. Dat we daarna nog goud gingen zoeken was een bonus. En we vonden het ook, zomaar naast de rivier. Beetje zand in een metalen schaal, beetje water erdoorheen spoelen, stenen eruit, schudden en daar ligt het dan te flonkeren. Je moet wel een tijdje doorgaan voordat je er een mooie ring van kunt laten maken. Of een heel klein vriendinnetje nemen.