Colombia, de eerste dagen
Gearriveerd in Bogota. Vanwege een vroege vlucht vanaf hier naar Medellin een hotel op het airport. Het pakketje met sleutels, bankpasje en een blok chocolade is veilig afgeleverd aan mooie Colombiaanse die mij op stond te wachten in het hotel. Bij vertrek in Amsterdam werd mij dat overhandigd door een paniekerige stewardess van de KLM die uitgevonden had dat ik de enige die dag was die van Nederland naar Colombia vloog. Het behoorde toe aan haar oude, demente schoonmoeder en sukkel van echtgenoot van de stewardess had het meegenomen in zijn jaszak naar Nederland. De chocolade had boordevol coke of nog erger kunnen zitten maar ik besloot het erop te wagen. Ik zou overigens de eerste zijn die coke NAAR Colombia zou smokkelen. De chocolade was voor mij bedoeld, helaas ben ik daar niet van.
Nu wat rondhangen op het airport van Bogota in afwachting van de vlucht naar Medellin. Toch jarenlang de hoofdstad van de drugskartel hotshots. Ik ga het meemaken. Mensen kijken is nu mijn voornaamste bezigheid, even weten wat voor soort volk het is die Colombianen. Hip volk zit erbij, veel mooie mensen ook en in ieder geval de vriendelijkheid zelve. Aan deze mensen zal het niet liggen de komende weken.
In Medellin de eerste dag voornamelijk mijn jetlag te lijf gegaan. Zoals altijd deze kant op valt het zwaar. Verder dan een bezoek aan de Zona Rosa, de vreet- en drinkschuur van Poblado, Medellin kom ik niet. Val zowat van mijn kruk bij een laatste drankje in een, overigens, gezellig open-air café. In de taxi terug naar mijn hotel vallen mijn ogen weer dicht en ik laat mijn sweater op de achterbank liggen bij het uitstappen. Die wordt later keurig weer afgeleverd in het hotel. Op de heenweg heb ik afgesproken met Daniël, een taxichauffeur dat hij mij morgenochtend komt halen voor een dagje Colombia snuiven. Om half negen gaat bij mij het licht uit.
Het begon niet al te bemoedigend. Nadat Daniël mij in de (te) kleine auto geholpen had knielde hij op de stoeprand en sloeg drie kruistekens. Later begreep ik dat dat vooral betrekking had op zijn eigen rijstijl. Maar ik moest dat nog ondervinden. Ik voelde voor de zekerheid nog maar weer eens of ik mijn Swiss Knife wel bij mij had. Nee, dus, zat nog in mijn andere spijkerbroek, thuis. Het werd zoals gezegd een snelle rit naar het oude stadje Santa Fe de Antioquia. Beroemd om, jawel, de oude straatjes en pleintjes. Door chronische armoede nog vrijwel onveranderd sinds 1826 toen het provinciebestuur overgeplaatst werd naar Medellin. Dat geldgebrek is over, het stadje stond mudvol met automobielen van het soort wat ik zelf ook placht te rijden, maar de oude huizen staan er nog. Alleen nu bijna onzichtbaar door het geparkeerde blik. Voor de foto hierboven heb ik de boel even af laten sluiten. Daniël volgde mij als een schaduw, ik noemde hem al Zorro, en wees mij voortdurend op plekken en gebouwen die ik al gezien had of waar ik geen buitengewone interesse in had. Van hem moest (!) ik ook naar een oude brug een eind uit het dorp. Oude bruggen staat al jarenlang torenhoog op mijn verlanglijstje. Deze was heel bijzonder. Ging helemaal tot de overkant van de rivier alwaar een restaurant voor onze lunch lag. Daniël had echter een beter idee want verderop lag een beter restaurant had hij in het stadje vernomen. Een klein uur later zaten we weer aan de brug voor een verlate lunch. De verse forel werd aanbevolen. Als kibbeling kon die ermee door.
Terug in Medellin kreeg ik een stadstour met een bezoek aan het Museo Antigiua. Vooral een verzameling van werken van Botero, de plaatselijke kunstheld. Hij heeft een indrukwekkend oeuvre geproduceerd. Ik ben normaal gesproken geen grote liefhebber van zijn werk maar hier door de hoeveelheid en de verscheidenheid was ik toch onder de indruk. Johan Cruijff hing er ook. De kwaliteit aan kunst in dit museum staat in groot contrast met wat er zoal op straat en in de winkels is te bewonderen. Daar zie je weinig fraais terug. Ik liet mij weer afleveren in mijn hotel, zwierf nog wat rond in de buurt van mijn hotel en had een diner bij een Thai waarvan de kok vergeten had een Thais kookboek aan te schaffen. Maar het smaakte verder prima al voldeden de ingrediënten totaal niet aan de beschrijving op de menukaart. Toen op een terras om wakker te blijven een koffie besteld en poging te gaan genieten van het passerende uitgaanspubliek. Echter. Een Columbiaan die 25 jaar in de USA gewoond had en daar de Amerikaanse eigenaardigheid had aangeleerd om in één zin minstens drie vragen te stellen en het antwoord niet af te wachten was tegen mij met zichzelf in gesprek. Dat ik bleef luisteren had meer met zijn mooie vrouw te maken dan met de inhoud van het gesprek. Zij wist wat ik dacht en lachte daar erg lief bij.
Nu, de volgende dag, sta ik in een rij bij het instappen voor een vlucht naar Cartagena. Achter mij blaast een meisje haar Bazooka Joe kauwgumbubbelbel vlak bij mijn oor kapot. Ze hebben erg hoge hakken hier. Mijn haar en oor zitten de rest van de ochtend vol met een roze kleverige substantie. Vroeger kreeg je er tenminste nog plaatjes bij die je kon verzamelen...