Bob Marley Bar
De tweede dag in Valledupar verliep zowaar als een soort vakantiedag. Eens niet om 4 of 5 uur wakker maar keurig om 8 en na het belabberde ontbijt op zoek naar een ander hotel. Laat er nu een straat verder een geweldig boetiek hotel bestaan voor maar iets meer dan het hostal van afgelopen nacht. Een beetje rondgelopen, een tochtje naar de rivier gemaakt, mijn café van gisteren bezocht, naar wat muziek op het plaza geluisterd en daarna een boek gelezen. Een echte vakantiedag. De kroegbaas, Dario, fluisterde mij nog toe dat de zoon van Bouterse, Dino, daar een paar keer geweest was. je weet wel waarvoor voegde hij er nog aan toe, en die had ook een eigen vliegtuig...
Vandaag onderweg enorm veel en heftige militaire aanwezigheid. Tanks in gevechtsopstelling en heel veel militairen achter zandzakken met veel wapentuig. Ook ontelbare controleposten waarbij eigenlijk zelden iemand gestopt werd. Zelf was ik een keer aan de beurt waarbij een zestal soldaten zorgvuldig alle stempels in mijn paspoort gingen bekijken en dan vroegen wat ik in dat land gedaan had. Gezien mijn Spaans weten ze dat nu nog niet. Nog een geluk dat mijn paspoort van hel recente datum is anders had ik er nu nog gestaan. Maar de FARC of erger zal zich nog wel ophouden hier in de buurt.
Van Valledupar via Riohacha naar het strand van Palomino gereden. Daar gegeten en uiteindelijk toch maar, ondanks het paradijselijke strand, doorgereden naar Santa Marta. Een drukke stad met smalle straten dus veel keren en rondrijden voordat ik zocht wat ik vond, of andersom natuurlijk. Zwaar overprijsde accomodaties, zoals een suite zonder afmeting, met een arrogantie gebracht die stuitend was. Tenminste het smalle gangetje met aansluitend een badkamer (prima verder) had een trap naar boven waar een bed precies in de ruimte paste, een stap verkeerd uit bed en je donderde naar beneden waar een hardstenen vloer wachtte. Ik had weg kunnen gaan maar de drie hiervoor waren vol en ik blijf een luie reiziger deze trip. Zou ik onder invloed zijn in dit land? Het kan natuurlijk best in de lucht hangen hier. Santa Marta was overigens wel een leuke stad, levendiger en volkser dan Cartagena.
Op het terras van de Bob Marley Bar, waar Bob zelf in karton op de stoep stond, zat ik naast een héél Engels stel waarbij ik dacht wat doen jullie in godsnaam hier. Beide met dezelfde witte Panama hoed op, hij met echte pretoogjes en zij met alles rond haar ogen volledig gladgestreken. Hij in de zeventig en zij ergens tussen de veertig en de tachtig. Onmogelijk meer te schatten. Hun tropenkledij onberispelijk in de vouw gestreken. Hij dronk steeds eerst zijn eigen wijn op, daarna die van haar voordat hij beide weer inschonk. Het gesprek ging uitsluitend over het weer in Engeland wat zij enorm mistte, vooral de regen, en waar hij al zijn hele leven een bloedhekel aan had. De enige uitvinding van de Engelse die hout had gesneden bracht hij in de discussie naar voren was de paraplu...