Bella, Barracuda and Banda

Bella, Barracuda and Banda

Het enige wat ze hier nog vangen is Barracuda, die zit er nog genoeg. Maar krab, garnaal, laat staan tonijn, niet meer te vinden. Compleet leeggevist voor de Japanse markt. Meedogenloos wordt er jacht gemaakt op de eens zo rijke wateren hier in de Molukken. Er zijn quota en er is altijd iets te schuiven, of geld of quota. Dus varen de vissers in de avond de zee op en vullen hun netten met barracuda, prima te eten maar te goedkoop voor de handel. Ze vangen voor de dagelijkse maaltijden in het dorp. Gelukkig weten de vrouwen er hier iedere keer weer iets lekkers van te maken.


In de loop van de ochtend was het afscheid geblazen van deze unieke plek. Bellarizky heet het optrekje naar de dochter van Koko, Bella. Ze is ook een bella. De tocht terug door de jungle was weer verkwikkend mooi. En De Priscilla vertrok precies om twee uur terug van Seram naar Banda. Bantjji was er niet, al zei hij van wel, maar had een goede vervanger aangewezen die mij op zes verschillende versies van Stille Nacht naar de stad terug bracht. Geheel in stijl wenste hij mij Happy New Year bij het afscheid. De enige vraag die hij mij stelde tijdens de rit was “are you Protestant?” or “Santa Maria”. Ik zei “Atheïst” maar dat zei hem niets, geloof ik.


Op de K.M. Tidar kwam ik uiteindelijk terecht. Het begrip bootvluchteling kwam hierdoor een stuk dichterbij. Jezus wat laden ze hier de schepen vol met menselijk vlees. Overal zitten, liggen, slapen, vreten en vooral roken mensen, geen trapgat is veilig en iedere tree is van een Indonesiër. Het enorme verschil met de bootvluchtelingen is dat het hier een schip betreft met negen dekken. En dat er zo te zien in ieder geval voor een deel van de passagiers een reddingsboot is. Maar de Banda zee is kalm, er gaat normaal gesproken niemand de diepte in. Toen ik recht van de Priscilla met een taxi bij de Pelni aankwam was er geen ticket meer te krijgen. Al dagenlang uitverkocht. Het is Indonesië dus er valt altijd iets te regelen . Ik moest naar het hoofdkantoor van de scheepvaartmaatschappij, de Pelni, en daar moest ik zeuren. Ook daar ving ik bot en het kantoor was al dicht werd mij toegebeten. Maar de ogen van het meisje achter loket drie lichten op en ja hoor, even later, of ik met haar en haar collega's op de foto kon. Yes! Mijn kostje was gekocht, een dekticket zonder stoel voor de normale prijs en het duurde maar drie kwartier. Ja, die norse baas moest eerst weg. Om twaalf uur vannacht komt ie aan en we vertrekken om een uur zei Madeliefje nog. We vertrokken om drie uur. Klein beetje rechtop geslapen, voor liggen was geen ruimte ofschoon de mensen hier op minuscule plekjes in hele vreemde houdingen prima kunnen slapen. Bij ons noemen ze dat yoga. Ontbijt was zelfs inbegrepen, het ei smaakte redelijk. Nu maar eindeloos wachten op de aankomst, als het goed is ben Ik over een paar uur in 'mijn' Banda.  Er zitten een tiental toeristen op deze boot dus erg druk zal het er niet zijn. En ze hebben er een douche, pffff