Shelter for the rain at Leiden Home Stay

Shelter for the rain at Leiden Home Stay

En weer regent het. God is van mening dat dit paradijs nog niet vruchtbaar genoeg is. Vandaag op Lonthoir, vlakbij Banda Neira, al varen ze met een mooie omweg naar de overkant. Stroming of diepte, ik ben niet zo'n schipper. Dit is het eiland van de perkeniers. Verdeeld in 34 perken ter eer en meerdere glorie van de VOC en hun uitbuiters. Een wrede uitbuiting die de slavernij in de Zuidelijke Verenigde Staten naar de kroon stak. Die Hollandse Calvinisten waren natuurlijk verre superieur aan die paar domme, donkerkleurige wezens die ze in leven hadden gelaten of nieuwe vers geïmporteerd uit andere wingewesten. Er moest wel gewerkt worden. Halverwege de zeventiende eeuw bestond de bevolking van de Bandaeilanden weer uit zo’n vierduizend mensen waarvan slechts 560 autochtone Bandanezen. Plus 1000 Nederlanders die de boel aan de gang moesten houden.
Maar goed, ik word er alsnog voor gestraft door middel van deze regen. Terwijl mijn voorouders, zover na te gaan, nooit van enige welvaart geprofiteerd hebben die deze eilanden teweeg bracht. Laat ik dan maar nat worden in plaats van die families die nog steeds de grachtengordel bevolken.


Uiteindelijk na wat schuilpogingen toch maar gaan lopen, kletsnat is nu eenmaal kletsnat, het stadium doorweekt valt daarna reuze mee en ik had tenslotte onder mijn korte broek mijn zwembroek aangetrokken. Maar tegen deze tsunami was weinig bestand en toen bracht Guzman redding. Hij is de trotse eigenaar van Leiden Home Stay, heeft zes kinderen, twee vrouwen begreep ik en komt vaak in Nederland. Kent Den Bosch, Waalwijk, Nijmegen, Arnhem en natuurlijk Leiden. Daar woont zijn Nederlandse familie. Hij mist Nederland iedere dag zegt hij mij. Ik weet nu alles van hem, het duurde namelijk nog heel lang voordat het een beetje droog werd. Maar zijn Nutmegkopi en zijn vrouw haar Nasi Goreng waren heerlijk. Trouwens haar speculaasjes waren ook niet te versmaden. Nadat alles op was ben ik maar weer gaan lopen. Guzman had nog een fraaie bloemetjes paraplu en daarmee vertik ik voor een wandeling.Het lopen op doorweekte teenslippers die mijn voeten bij iedere stap naar links of rechts lieten drijven waren niet bevorderlijk voor het tempo. Het is vrijdag dus de Mulla spreekt via de moskee zijn gelovigen keihard toe. Als ik net buiten het bereik van de ene luidspreker ben bereikt mij alweer de preek van de volgende moskee. De gelovige die op hun knieën liggen te bidden groeten mij vrijwel zonder uitzondering met een hand of duim en wijken daarbij vervaarlijk ver uit de richting van Mecca. Zo wordt het natuurlijk nooit droog. Dat werd het ook niet meer en toen ik weer terug gesopt was naar Gusman heb ik de plu ingeleverd en ben maar naar de jetty gelopen waar de enige schipper wist dat er wat te verdienen was aan die verzopen kat die daar aan gewaggeld kwam. Die teenslippers waren glijbanen geworden.


Aan het overwegen om naar een andere eilandengroep te verkassen waar de toorn van de weergoden wat milder gestemd is. De Kai eilanden heb ik op het oog. Wat minder ontgonnen en met de mooiste stranden ter wereldje ik mij laten vertellen. Vanaf Ambon kan ik vliegen naar Kai Kecil en vandaar met de boot naar Kai Besar. Ik slaap er nog een nichtje over.