Eastwards Again

Azerbaijan

 

Eastwards Again

Eindelijk weer op reis. Het voelt bijna onwerkelijk om te landen in een land dat zichzelf “het land van olie en vuur” noemt. De lucht boven Bakoe is dofblauw en licht wazig, alsof er ergens diep onder de grond nog iets brandt, wat in zekere zin ook zo is. Er is hier een vlam die al zeshonderdduizend jaar onafgebroken brandt. Een vuurtje dat nooit dooft. Azerbeidzjan is een land van tegenstrijdigheden. Geen Europa, geen Azië, maar iets ertussenin, een plek die zich niet laat vangen in één richting. Terwijl de ochtend langzaam op gang komt, rijd ik door straten waar glazen wolkenkrabbers de hemel spiegelen, terwijl aan de overkant oude Lada’s schuin op het trottoir staan geparkeerd. In de verte glanst de Kaspische Zee. Boven alles ruikt het licht naar olie, zout en stof. Bakoe wil gezien worden. De stad laat zijn futuristische torens en flonkerende gevels trots zien, alsof het wil zeggen: kijk, wij horen erbij. Maar onder die glans ligt nog steeds het Sovjetverleden verscholen. De betonnen flats, de verweerde mozaïeken, de melancholie van een tijd die voorbij is maar niet helemaal verdwenen. Bakoe een stad die bekendstaat om zijn gas- en oliereserves, maakte ooit deel uit van het Mongoolse, Perzische en Russische Rijk, voordat het de Azerbeidzjaanse Socialistische Sovjetrepubliek werd. Uiteindelijk werd Azerbeidzjan in 1991 onafhankelijk met Bakoe als nieuwe hoofdstad. Het is gebouwd door dictators die hun olie- en gasrijkdom aan de internationale wereld willen laten zien. Ze doen dat met futuristische gebouwen en internationale evenementen om hun autoritaire regime te verhullen. Maar Bakoe heeft ook een zeer lange en interessante geschiedenis als multiculturele stad aan de Zijderoute op het kruispunt van Europa en Azië.