The Sun
De zon was opgekomen en veroorzaakte een prachtig lichtspel op de vier toppen van boven de zesduizend meter. Direct zouden ook de vijfduizenders en even later de vierduizenders mee mogen doen. Het leek wel of de Goden samen blij met mij waren en daarom dit lichtspel opvoerden. Ik voelde opeens de koude stenen waarop ik zat en de zon leek alweer onder te gaan. Ja, er zat bewolking in de lucht. De blikken van ongeloof op de gezichten van de Tibetaanse dragers die op dit vroege uur langs kwamen sjouwen begreep ik opeens ook. Dit was een volslagen belachelijke situatie. Een witkop met een computer op schoot in de sneeuw op 3900 meter hoogte langs een bergpad. Die dragers hadden het in ieder geval niet koud.