Farewell to Namu
Terug in Lijiang ben ik de volgende morgen bepakt en bezakt om verder te trekken. Naar Zhonghdian en de horizon. Ik ontbijt met Namu. Ze is rusteloos. Kan ook niet anders met haar leven. Heeft te veel appartementen. Een in Beijing, net gerenoveerd en nu uitgeleend aan een vriendin. Een in Shanghai, net verbouwd en ingericht. In Europa ook nog. En nu een in Lijiang. Een groot project. Ze heeft een groot huis gekocht en dat moet eigenlijk opnieuw gebouwd worden. Ze heeft veel wensen. De architect zal wel overspannen worden. Ze vroeg mij om wat adviezen voor de verbouwing - wat weet ik daar nu van - maar die werden onmiddellijk in werking gesteld. De arme man kon weer van alles opnieuw doen. Namu is onzeker. Een vrouw van de wereld, woonde in Noorwegen op de poolcirkel, in San Francisco, in Genève. Ze is voor China de natuurambassadrice. Is, hoe komen ze erop, beschermvrouwe van Pompeii. Steve Jobs van Apple is een goede vriend, ga zo maar door. En dan is ze helemaal in de war omdat ze denkt dat ik haar niet aardig vind of niet mooi vind. Dat wordt niet helemaal duidelijk. Maar ze is mooi, ze is aardig. Wat heeft ze nog meer te wensen. We nemen afscheid.