The Roast and the Coconut
Een rit naar het zuiden van dit mooie eiland stond in de planning. Maar het heeft vannacht hard geregend en die elf rivieren die overgestoken moeten worden zijn een probleem. Wachten dus weer op de witte rook. “No worries” zoals dit eiland ook geen “worries’ schijnt te hebben. In de binnenlanden van Malakula delen de eilandbewoners alles met elkaar, eigen bezit is niet zo belangrijk. Kava-drank en voedsel zijn voor iedereen. Sinds 1969 eten ze elkaar gelukkig niet meer op al zijn ze wel trots op die periode. Vrijwel het hele eiland is een ondoordringbare jungle. Luxe en comfort zoals wij die kennen is er weinig maar dat maakt ze niet minder gelukkig. Eindelijk op weg, naar de kust om te “roesten”, vis en kip en taro en daarna de jungle in. Mensen gaan op zaterdag naar hun tuin. Dat is gewoon de jungle, hun grote achtertuin waar ze van alles verzamelen. Veel vruchten, groenten en hout om het vuur te stoken. Plots een klap en een verschroeien de pijn in mijn kuit. Een kokosnoot van grote hoogte was op mijn kuit gevallen dienst naar achteren `zwaaide bij het lopen. Enorme zwelling, dan zalfjes en massages van alle kant. Eerst was ik slachtoffer maar daarna de held van het dorp. Wat bleek, de kokosnoot was gesplit op mijn kuit en dat moet in de krant. Binnen no time wist ieder dorp het en hoorde ik steeds “split, split, split”. Ondanks alles moesten er wel 10 kilometer gelopen worden. Op de terugweg was ik wat stil. Rivieren waren soms diep en wegen werden rivieren, rivieren werden wegen. De zon ging bijna onder en de overweldigende groenheid van het eiland maakte mij nog stiller.