Nothing to do
“Only one shell kava does it” staat er op het t-shirt van de Kava man van mijn guesthouse. Rona, de eigenaresse vindt kava maar niets en toch bouwde ze een kava café in haar voortuin. Zo houdt ze een beetje zicht op haar buren. Die ‘“One Shell” moet je overigens met een korreltje zout nemen. Vandaag naar het paradijs geweest, Uri Island. Maar wat doe je zo’n hele dag daar? Snorkelen? Okay. Op het strand liggen? Okay. Vis eten? Okay. Boek lezen? Kom maar niet verder. Bootje varen, ook al goed. Moeilijk voor mij om niets te doen. De lunch was een welkome break met stevige, net gevangen, witte vis in kokosmelk met rijst en de niet te missen komkommers, rauw en gekookt en daarbij heerlijk zoetige pompelmoes. Smullen. Ik besluit mijzelf een gelukkig mens te noemen. Jack, de kok, bootsman, visser en gastheer waakt over mij en maakt dat ik over het verlies van mijn oude, trouwe teenslippers van zeventien jaar oud heen kan stappen. Toevallig kocht ik ze ooit, hier vlakbij, in Australië. Ik luierde aan het strand en later midden op zee nog snorkelen. Ja, in het water is easy maar terug in de boot is voor een 74-jarige nog een hele toer. Maar het gong. Mooie visjes daar beneden en ook nog veel reuzen schildpadden gezien, nou ja gezien, een vermoeden van. Zo kom je je dag wel door. Terug aan de wal wilde Jack veel biertjes om de gezelligheid maar ik verlangde terug naar Rona en haar kookkunst.