Lake Kivu in the rain
Een reisdag. Van Kigali naar Gisenyi aan Lake Kivu. Prachtig Afrika gleed voorbij. Heuvels waar je maar keek (en reed), acht vulkanen in de verte en duizenden mensen als pakezels langs de weg. Ze dragen 100 kilo alsof het niets is, je vraagt je af waarom wij in godsnaam ooit het wiel uitgevonden hebben. Zo nu en dan een rijke Rwandees met een fiets. Maar fietsen bezwijken eerder dan mensen. De mens hij ploetert voort wordt hier te beeldend weergegeven. Vrijwel alle huizen langs de hoofdweg zijn reclameborden, voor bier, voor telefoon en Coca Cola. Het levert een felgekleurd landschap op. Kwam ook nog langs het hotel waar Diana Fossey sliep als ze de gorilla’s bezocht. Een simpele kamer in een provinciestadhotel. Ze kwam hier in 1984 aan haar einde en is begraven naast haar geliefde gorilla. Ook al zo’n drama van dit land. Hoeveel drama’s kan een land aan? In Gisenyi regende het voornamelijk wat een domper was voor de vele mensen uit Kigali die een dagje naar het strand waren gekomen. Een schipper wilde mij persé in zijn bootje. Maar buiten dat het in zijn bootje even nat was als daar buiten was het meer een grote grijze massa. De fotografen van dienst hadden het maar rustig maar die ene westerse toerist was een dankbaar onderwerp. Ze wilde vooral zijn camera zien. Op honderd meter afstand ligt de Democratische Republiek Congo. Al schijnt dat die democratie ook daar met een grote korrel zout genomen moet worden. De stad Goma, vol vluchtelingen, vluchten voor Rwanda, hun eigen land en de Ebola. De meest gruwelijke gebeurtenissen hebben zich ook daar afgespeeld. Ik blijf aan deze kant van de grens. In dit stadje heeft de slopershamer van de vooruitgang één koloniale villa laten staan, daar slaap ik. Het is een verlopen plek maar vol met sfeer. Gisenyi heet trouwens Rubavu tegenwoordig. Alle oude namen verdwijnen, die zijn te pijnlijk om te herinneren.