With the Speed of Sound
Around-the-world-autumn-2006
Shanghai maandag 16 oktober
Aankomst Shanghai. Nederlandse files. De A2, een stuk breder, maar je staat nog stiller. Rechts van mij de Bijlmer. Stadsplanologen; daar zal veel later in deze eeuw nog hartelijk om gelachen worden. Op zoveel plaatsen dezelfde fouten maken is nog best lastig maar het lukt ze iedere keer weer. En ook hier wegenbouwers die in nauwe samenwerking met de overheid bij de aanleg van de wegen standaard twee banen te weinig plannen. Zodat er daardoor altijd volop werk en bouwfraude zal blijven. Voor de oplossing van die files zouden ze hier ook maar eens ons groot orakel Johan C. moeten uitnodigen. Ik neem tenminste aan dat hij ook geen Chinees spreekt dus daar komt hij wel uit. Gisteren heb ik mij nog verwonderd hoe ze dat vroeger deden, dat bouwen. In Suwon stonden bij de verschillende enorme bouwwerken de bouwtijden erbij vermeld. Een gigantisch poortencomplex, heel bewerkelijk, zeg maar een halve Sint-Jan. Bouw gestart 11 augustus 1791, klaar 26 september van datzelfde jaar. Het is niet te bevatten. De A2 tussen Utrecht en Amsterdam verbreden tot 8 of 10 banen. Zijn ze al een paar jaar mee bezig. Gereed in 2015 of zo. Het is niet te bevatten. En buiten nu ook de Bijlmer aan mijn linkerhand. Zo gaat deze weblog schrijven best vlot. Op de achterbank van een BMW X5 of zo. Zegt mij niets maar stond op de achterkant. Ze maken goede achterbanken, die Duitsers. Maar hier in zo’n file vraag ik me wel af wat doe ik hier op die achterbank. Ruim één jaar geleden stond ik ook in de file, weliswaar op de voorbank (ik reed zelf!), maar toen dacht ik ongeveer hetzelfde. Er moest maar eens wat veranderen in mijn leven. Wat heb ik nog tegoed in mijn leven? Ik dacht na over rust en reizen, over harmonie en helderheid, over niets meer moeten en van alles willen, over een laatste schepping, een nieuw doel om voor te leven. Niet erg gelukt moet ik zeggen. Het enige dat veranderd is is dat ik nu op de achterbank zit. Moet ik dat nu als vooruitgang zien?
Die vooruitgang is hier wel overal te zien. Vijfentwintig jaar geleden was ik hier voor het eerst. Nog in het andere China. Het donkere China van net na de culturele revolutie. Geen files want nog nauwelijks auto’s. Buiten de hoofdstad Beijing zag je toen helemaal geen personenauto’s. Ze hadden wel al zoiets als de Bijlmer. Maar die wijken waren zonder uitzondering helemaal zwart geblakerd van de steenkool en totaal uitgewoond. Iedereen leek vreselijk arm, ziek en ontevreden. Ze hadden toen ook allemaal nog van die blauwe of groene pakkies aan. Dachten ook dat ze verplicht waren om de twee minuten zwaar te rochelen en vervolgens een vieze kliek voor je of op je voeten te moeten spugen. Dan was je een goede kameraad. Praten konden ze nog niet maar wel heel goed staren. Eindeloos staren. Met z’n honderden buiten het restaurant staren naar een witkop die zat te eten. Het is een wonder dat ik die trip toen meer dan drie maanden heb kunnen rekken. Heel indrukwekkend was het maar ontzettend vermoeiend en je werd het vechten om alles op een gegeven moment goed moe. Vechten om de bus in te komen, om een treinkaartje, een hotelkamer zelfs om geld te betalen anders dan in de toen dubbele moraal van de Micky Mouse Money. Gewoon hetzelfde geld als de Chinezen hadden alleen twintig keer minder waard. Maar precies hier in Shanghai was het toen op, de moed. Helemaal op! Ik wilde weg uit China, nu, meteen, op dat moment. Lag er in de haven bij de Bund in Shanghai een schip en dat heette Hongkong Star. Die moest ik hebben. Ben meteen die lange loopplank op geklommen of te vragen wanneer ie terugging en of ik meekon. Morgen ging hij varen en ik kon mee. Tegen betaling uiteraard.
En ik ga Shanghai opnieuw leren ontdekken. Ik heb net de derde Ikea voorbij zien komen.