Longing For Tibet

Longing For Tibet

Around-the-world-autumn-2006

 

Shanghai vrijdag 20 oktober

 

Drashi heet ze. Het kind op haar rug heeft ze Truppa genoemd. Naar een van de Dalai Lamas omdat ze niet weet wie de vader is. Ze komt uit Tibet en staat te bedelen bij auto’s onder een enorm verkeersknooppunt in het midden van Shanghai. Ik dacht daar kan ik een paar aardige foto’s maken. Het is een heel imponerend stelsel van wegen over en onder elkaar door. Die foto’s zijn wel goed gekomen, maar deze is blijven hangen. Ze sprak een beetje Engels. Genoeg om te horen wie ze was, waar ze vandaan kwam en een beetje haar verhaal te horen. Ze vroeg mij ook geld, ze had honger, ik gaf haar mijn munten. Een heleboel munten en weinig waarde. Impulsief, waarom weet ik niet, gaf ik haar na een paar foto’s een 10 yuan biljet. Toch slechts één euro. Ze viel stil en er kwamen tranen. Toen heb ik haar mee genomen naar een restaurantje vlakbij en ze at alsof het haar eerste maaltijd in weken was. Zal ook wel zo geweest zijn. Ze wilde kip en at die met bot en al op. We mochten eerst niet binnen omdat zij een bedelaar was. Dat staat blijkbaar op haar voorhoofd. Maar zij zei dat ze zien dat ze uit Tibet komt. En die mogen ze niet hier in Shanghai. Ze had vroeger een baan in een restaurant in Shigatze in Tibet. Dat moest sluiten omdat ze Tibetaans waren en alleen Chinese restaurants mochten open blijven. Haar broer zat in Shanghai en daar is ze toen naar toe gegaan. Dat was geen goed idee. Binnen de kortste keren zat ze in een bar samen met nog veel meer meisjes uit Tibet en haar broer ronselde de klanten op straat. Binnen een half jaar was ze zwanger van Truppa. Ze werd de bar uitgeknikkerd. Dat is nu bijna twee jaar geleden. Sinds die tijd bedelt ze. Ik zei nog dat dat eigenlijk beter was maar daar wilde ze niet aan. Ze had het blijkbaar toch beter in die bar. Van haar broer heeft ze niets meer gehoord. En geld om terug te gaan naar Tibet heeft ze ook niet. Trouwens met een Chinees op haar rug zien ze haar ook niet echt aankomen. Toen het eten op was moest ze weer gaan werken zei ze. Wat moet je dan in hemelsnaam doen. Ik heb ze laten gaan. Zelden zo’n fijne kneep in mijn arm gehad.