Proud on the Netherlands

Proud on the Netherlands

Toen ik vanochtend de gordijnen openschoof zaten ze al te wachten. Keurig naast elkaar bovenop het bankje aan de overkant van de stoep. Hoe ze mij gevonden hebben is een raadsel. De plek waar ze wonen en waar ik gisteren afscheid van ze genomen heb is aan de andere kant van het dorp. En ze moeten langs erg veel soortgenoten die niet allemaal even vriendelijk zijn. Maar goed, ze willen de berg op. Ik ook, maar nog even niet. Het ziet er te somber uit voorlopig. En eerst mijn verhaaltje van gisteren nog schrijven. Dit schrijf ik pas morgen.


Tegen tienen toog ik op pad. De honden waren weg. Zeker zo rustig. Hoefde ik niet weer helemaal gefrustreerd om mijn conditie zo’n helling op te kruipen. Die beesten liepen minstens twee keer de afstand en nog niet moe. Maar met die conditie bleek het mee te vallen. Vandaag weer een paar bergjes en een flink stuk lopen. Terwijl ik de aan de voet van de eerste berg sta en eens diep adem haal, haalt een groep jongens, nogal stoere jongens, mij in en dartelen vrolijk de berg op. Het eerste, nogal steile en gladde, stuk pad doen ze zelfs rennend. Het leken net jonge honden. Met dat verschil dat die van gisteren ongeduldig zaten te wachten tot ik dan eindelijk mijn adem terug had en deze pas ruim twintig minuten nadat ik al op de top zat zwetend en proestend Één voor één boven gestruikeld kwamen. Ik had mijn Snickers al op. Kwestie van stug doorlopen. Bij hen lag er steeds een ander op apengapen en ze raakten steeds verder gefrustreerd omdat ik uit het zicht verdween. Zo dat voelt goed. Die veertig jaar leeftijdsverschil zit hem vooral in het buikje, niet in de benen.

 

Het is een mooie tocht. Veel te fotograferen is er niet want ik heb al 100 keer die bergen en die kust. Van de weeromstuit wordt ik maar natuurfotograaf. Maak opnames van de bloemetjes en de eikeltjes aan de bomen. Heb gelezen dat er hier veel soorten voorkomen die op de rest van de wereld niet te vinden zijn. Of ik de goeie aan het knippen ben weet ik niet en kan me, eerlijk gezegd, ook niet verrotten. Overigens is de enige andere vlag die hier wappert naast de Chileense, de Nederlandse. Ze zijn hier een World Bio Sphere park en krijgen van de hele wereld allerlei dwingende adviezen hoe zich als zodanig te gedragen. Er is me al meermalen verteld dat alleen de Nederlandse regering niets ’adviseerde’ maar gewoon 1 miljoen euro heeft geschonken om hier de autochtone flora en fauna te beschermen. Laat Rita het niet horen! Toch was ik vandaag even trots op Nederland.