The Fourth Week
Daar lopen we weer. Weten jullie wel dat er aan een knie wel 43 kanten zitten en dat die allemaal op wel 7 manieren pijn kunnen doen. Om nog maar niet te spreken over inwendige pijnen, steken, scheuten, verrekkingen, kneuzingen, tintels, kloppingen, kriebels, bevingen, irritaties, toevallen, implantatenafstotingsverschijnselen en jeuk. Verder is het misschien interessant te weten dat een been naast een knie ook nog met een kuit, dijbeen en onderoksel te stellen heeft om over enkels, hielen, voetzolen, tenen en nagel ingroeiingen maar te zwijgen. En heel die handel moet verzorgd worden. Dagelijks. En dan heb ik ook nog een rechterbeen. Om het drama wat minder te maken heb ik goed nieuws. Om de rechterknie zit geen zwachtel.
Over krukken gesproken. Zaterdagavond ´in St. Avold kwam het tweede meeloopbezoek uit Nederland. Marc, Ingrid en Edith uit Vught kwamen het plaatsje binnengereden in de vroege avond. We hingen net op dat moment uit het raam van Hotel de Paris met elkaar te bellen. Op zo'n moment waardeer je de geneugten van de mogelijkheden van onze moderne communicatiemiddelen ten volle. Zij kunnen gewoon in hun auto blijven zitten en wij in het raam. De mobieltjes doen het werk. Het werd een heel gezellige avond. Karin vergat bijna haar blessure. Die blessure was overdag ontstaan. Het zag er ernstig uit. We waren zo blij Bouzonville te verlaten dat het tempo waarschijnlijk een kilometer of wat te hoog lag. We liepen in de brandende zon over de D23 wat te stijgen en te dalen en voor het middaguur waren de 20 kilometer al geslecht. Het begon met een scheutje, toen een pijntje, langzaam vloeiden die twee in elkaar over en hadden we steeds sneller terugkerende pijnscheuten. Strompelend kwamen wij (jullie merken ik lijd mee) St.Avold binnen, ook al geen pijnloze plek. Bekend om het grootste oorlogskerkhof van Europa: 11.000 kruizen! En velen die van de vreselijke oorlog een klap van de molenwiek mee hadden gekregen waren blijven hangen. Het is hier het oude mijnengebied. Dat kun je nog steeds aan de huizenbouw zien: het mooiste zit onder de grond (hoop ik tenminste).
Landschappelijk gezien werd de zondag veruit de saaiste dag tot nu toe. De meelopers brachten echter genoeg entertainment. We hadden het druk. Ingrid helpen haar schoenen uit te doen, ingrid helpen schoenen aan doen en rechter schoen opensnijden, Ingrid helpen met verstuikte enkel, Ingrid helpen linker schoen opensnijden en van beide 'schoenen' sandalen boetseren, voordat we het wisten waren we in Grostenquin, sorry Bistroff. Maar, chapeau voor Ingrid, alle kilometers op haar winterbondjes zonder kikken. De lunch maakte veel goed. Eindelijk vonden wij zo'n ˚heerlijk plekje in de campagne. Oudjes aan de petanque, vissers met de hengel een forelletje verschalkend en een terras waar de lekkernijen breed uitgestald waren. Was het maar waar! Je moet je iets voorstellen als een Febo snack op het Hoogoven terrein, zoiets. In de taxi terug plakte iedereen aan elkaar. Nog een pils in ons stamcafé en weg was het bezoek. We waren weer helemaal alleen in Noord-Frankrijk. Weer in St.Avold.
Maandagochtend de bus gemist dus met de taxi weer naar het eindpunt van gisteren: Bistroff. Wonderlijk genoeg was het landschap vanaf hier een stuk vriendelijker. Mooie dorpjes en prachtige bossen. Ook de pruimen smaakten weer heerlijk. Golvend ging het richting Dieuze. De honden blaften weer vrolijk. Trouwe lezers schrijven ons weleens met de vraag hoe we dit probleem oplossen. Want blaffen kunnen ze, die calottesacs. Bij die hele kleintjes kun je nog dreigen dat je ze dood spuugt maar bij de meeste boerenhoeves is de grootte van de hond omgekeerd evenredig aan de eerbied voor het milieu van de boer. Een lezer deed ons het aloude idee aan de hand om te bukken om schijnbaar naar een steen te grijpen. Hieruit kun je opmaken dat het geen echt oplettende lezer was: beste P., in Frankrijk heb je al lachende koeien, echter als een zwaarbeladen rugzak drager gaat bukken voor iedere hond die zich schor staat te blaffen heb je binnenkort ook chien-qui-rit in La Douce France.
Alom bewondering oogstend als hinkelend en trekkebenend rugzak echtpaar kwamen we Dieuze binnen. Direct naar het Tourisme Information. Zoals altijd gehuisvest in de Mairie-Ecole. Veel informatie, niente hotels. De dichtstbijzijnde Gite-Rural was in Assenoncourt. Wel 10 kilometer verder. We waren ontluisterd en dat was blijkbaar goed te zien. Jean-Jacques had een Renault 5 en was blij dat z'n oude dag opgevrolijkt werd door ons daar heen te brengen. Hoe we terug kwamen in Dieuze de volgende dag was van later zorg. Snel deden we inkopen in de supermarché en weg zoefden wij. Dat hadden wij gedacht. Dieuze en omgeving had heel wat te bieden en dat wilde Jean-Jacques ons maar al te graag laten zien. Zoals de vele honderden Cicongnes (ooievaars voor de analfabeten onder ons) die altijd in Dieuze de winter doorbrachten. Wij snapten dit volkomen en namen aan dat ze de zomer ook meepakten: ze zaten in een kooi! Trots wees hij ons de enorme scholen vissen aan in de plaatselijke etang (vijver). Nog trotser vertelde hij daarbij dat de rondvliegende vogels wel 4 kilo vis per dag vraten. Toen hij over de oorlog begon hebben we maar even niet opgelet. Uiteindelijk kwamen wij bij onze Gite in Assenoncourt. Onderweg hadden wij nog zoveel meegekregen dat de afstand eigenlijk best wel meeviel. Snel overlegd, onze bagage in de Gite gepleurd en weer bij een totaal verblufte Jean-Jacques in de Renault 5 gestapt. Vrolijk stapten wij vlak voor Dieuze uit en liepen, fijn zonder rugzakken, de prachtige tocht in een mooi avondlicht naar ons nachtverblijf. Op ons éénpits komfoor maakten wij een heerlijke pasta en de vin-de-plastique smaakte als een echte Cuvé van Boxtel*. Met 30 kilometer onder de hoeven sliepen wij als nooit tevoren. Om kwart voor acht de volgende ochtend liepen wij alweer over Gods akkers. Met stralend weer en in mooie nevel liepen wij afwisselend over goede paden langs idyllische etangs of over overwoekerde paden. De GR 5 mag dan het meest belopen lange-afstand-pad van Europa zijn, er zijn stukken die door al die lopers erbij gelogen worden. Vandaag hadden wij zo'n stuk. Dit pad had al jaren geen wandelaar gezien. In de middag liepen wij over oude jaagpaden langs de kanalen en zagen menig Duits motorjacht voorbijvaren waarbij wij jaloers naar de gekoelde dranken op het achterdek keken. De drinkers zwaaiden minzaam. Een andere trouwe(?) lezer twijfelde aan het waarheidsgehalte van onze tocht. Zag niet genoeg bloed zweet en tranen en teveel tekst in onze weekberichten. Wilde gezichten zien die, door het afzien, om een voetbal gespannen kunnen worden. Nu, beste A., ik kan je vertellen dat ik al jaren voetbalwedstrijden mijd als de pest alleen door de omvang van mijn door alcohol, goed voedsel en werkstress gemuteerde kop in de angst dat de heren sporters 'het' aanzien voor een FIFA goedgekeurd 'vijfje'. Maar u, met uw geheel sportloos verleden, kent het begrip 'vijfje' natuurlijk weer niet. Misschien is het genoeg u mijn meelopende kersverse echtgenote te omschrijven in haar huidige toestand die in schril contrast staat met wat heden ten dage als 'gangbaar' wordt gezien in uw 'sportloze kringen': Zij heeft, als een in haar vakantie bijklussende bouwvakker, bruine armen tot even boven de elleboog, 'donker bruine benen tot net boven de knie en een niet gebruinde witte band van de bandage net onder de knie. Onnodig te zeggen dat in eva's kostuum de witte sokjes het ook reuze leuk doen. En ik ben er trots op, ook nog. Waarde A., welke diva in uw omgeving wil er zo het jaar 2000 beginnen. Pleur op met uw twijfels.
Sorry, overige lezers, dit moest er even uit.
De dinsdagavond bracht ons in Héming. Daar heeft niemand ooit van gehoord maar ze hebben daar een reuze leuk hotel. Auberge d'Alsascienne. Het lokaal was al ruim een eeuw lang in de familie en de huidige eigenaars waren pas de tweede generatie. Hoog bejaard dus, maar helder bij tijd en wijle. De hoofdrol in het hotel werd gespeeld door de kat des huizes die een meer dan gezonde belangstelling genoot. Mevrouw la Proprietère wist veel te verhalen, verhalen die steeds afgewisseld werden met aandacht voor de inderdaad zeer vermakelijke kat. Verhalen over de oorlog, over hoe groot Frankrijk was, over de oorlog en hoe veel Frankrijk geleden had, over het op transport stellen van de Joden daar (waaronder zijzelf), over hoe geweldig Frankrijk niet was, en na ieder verhaal kwam steevast de vraag of wij ook een kat hadden. Wij herhaalden telkens weer dat deze helaas 'mort' was. Dat bleek moeilijk te onthouden. De volgende ochtend ontdekte ik, tot grote schaamte van de eigenaresse, waarom de poes zo vrolijk was: ze sprong op de tap en lurkte aan de bierpomp.
Woensdag werd een korte wandeling. Vanwege geografische problemen konden wij niet verder lopen dan het alleraardigste Abreschviller. 15 kilometer door een erg afwisselend gebied. Rivieren, wouden, kanalen en miliitaire oefenterreinen (wat betekend toch Interdit?). Zo nu en dan kregen we al de contouren van het Vogezen massief in zicht. Een lichte siddering was dan nauwelijks te onderdrukken. Een beetje lambakken rond de Gite d'Etappe, wat knie- en enkelbanden kopen, koken in een heuse keuken en voordat wij er goed en wel erg in hadden stonden wij donderdagmorgen gepakt en gezakt klaar voor onze eerste echte bergetappe.
Het werd een onvergetelijke dag. Een aanrader voor jullie allemaal. Wat wil een mens nog meer: prachtige bossen, bloedmooie paden, bijna wilde paarden, vergezichten als Verkerke posters, om de paar honderd meter milestones opgericht door en voor de Romeinse legerscharen, stralend weer, alleen op de wereld en als beloning de Donon. Een top van 1009 meter, al sinds mensenheugenis een heilige plek. de Kelten hielden hier hun riten, de Romeinen hadden er een tempel, de Duitsers krasten er hun namen in de rotsen, de Fransen zetten er een namaaktempel bovenop en het uitzicht was adembenemend. We bleven nog even nagenieten. Niet lang genoeg eigenlijk, maar de dagtoeristen kwamen in steeds grotere getale via de andere zijde aangehegen. We daalden snel af naar ons hotel voor de nacht. Typisch Frans om de plek waar je kunt eten en drinken de 'Col de Donon' te noemen en niet de top zelf. Het eten hield niet over die avond maar niets kon deze geweldige dag verpesten.
Vandaag, vrijdag, langzaam afgedaald naar Schirmeck. Kaarten gekocht en een rechte lijn getrokken van hier naar Rome. Het kan zo niet langer. We moeten ophouden de toerist uit te hangen en de kortste weg gaan zoeken. We kunnen wel als lunch een broodje Trevifontein en een salade Via Appia bestellen maar zolang wij dat doen in een Pizzeria in de Vogezen zijn we nog (te) ver van De Eeuwige Stadù. En dat terwijl de 4e week al ten einde is.
Jean
My God, wat zijn we ver van huis. Zo ver dat ik na een maand van enkel bossen en paden en mijn dagelijkse wandeloutfit zelfs mijn jezussandalen heel modieus ga vinden. Maar 1,2,3,4,5,6,7, zo gaat ie goed, zo gaat ie beter, alweer een kilometer. Even serieus, nadat ook mijn spirituele ontwikkeling definitief leek te zijn achtergebleven ergens ter hoogte van Valkenburg heb ik me deze week maar weer eens verdiept in wat wijze woorden die ik met me meezeul.
En ik wist weer helemaal wat ik aan het doen was, want bij nader inzien gebied de waarheid mij te zeggen dat ik toch niet echt wist
waar ik aan begon een maand geleden. Dat Jean en ik ooit ergens een klap van de molenwiek hebben gekregen, moge nu wel voorgoed duidelijk zijn. Maar even terug naar de wijze woorden van Thich Nhat Hanh; In het boeddhisme kent men het woord apranibita. Dit is; zonder wens of zonder bestemming. Dit betekent dat we niet iets voor ons plaatsen en er dan achteraan hollen. Als we loopmeditatie beoefenen, lopen we in deze geest. We genieten van het lopen zelf, zonder een of ander doel of een bestemming. Ons lopen is niet een middel tot een doel. We lopen om te lopen. A.J.Muste zei; Er bestaat geen weg naar vrede, vrede is de weg. Bewust en aandachtig lopen brengt ons vrede en vreugde en maakt ons leven werkelijk. Waarom zouden we ons haasten? Onze uiteindelijke bestemming is het kerkhof.
Waarom lopen we niet in de richting van het leven en genieten elk moment van iedere stap? Er is geen reden om te strijden. Geniet van iedere stap. We zijn reeds aangekomen. Na dit tot me te hebben laten doorgedrongen wist ik het weer! Ik heb maar een heel klein beetje pech in mijn kleine leventje en heeeeeel veel geluk. Ik ben een vrij mens.
Alle liefs, Karin.
Oh ja, en ik ben ook heel trots op mijn Jeannheman.