the President
Het begon tamelijk relaxed vandaag op een platte kar. Nee, eigenlijk begon het om 8 uur met een lange wandeling langs de Senegal Rivier om in een klein dorpje de platte kar terug te nemen. Onderweg was niet veel te zien, meestal kreupelhout en zand met zo nu en dan een glimp van de rivier. Die kar was overigens keihard en zo’n paard let nergens op, hobbels waren tot in mijn schedelpan te voelen. Watje zullen we maar zeggen, mijn medepassagiers zaten gezellig te keuvelen. Natuurlijk betaalde ik de hele rit. Daarna wilde ik een andere weg, door de woestijn. Niet doen zei mijn guidebook en ze kregen gelijk, er was inderdaad niets, maar dan ook niets te zien, urenlang. Onderweg tijd genoeg om de beschikbaarheid van hotels in Saint Louis te checken; vrijwel allemaal vol en waar plek was wilde ik niet zitten. Doe eens gek en ik reed Saint Louis voorbij. Ik zie wel. Ik reed zelfs onderweg van alles voorbij, het was nog licht.
Toen kwam de president. Dit is mijn vierde Afrikaanse land dit jaar en overal kwam de presidenten voorbij, wat zegt dat over mij? Mugabe hoorde daar bij maar die is gelukkig exit. Er was een enorme demonstratie van aanhankelijkheid (?) aan de gang. Tienduizenden mensen langs de weg, ik reed er stapvoets tussendoor. De Presidente (ik begrijp dat het een vrouw is) was er nog niet en dan is zo’n grijs wit hoofd een welkome onderbreking van het wachten. Plotseling zat mijn hele auto vol met middelbare scholieren, aan de buitenkant gelukkig. Op het dak, hangend aan de zijkant, een puinbak was het. Gelukkig werd ik ontzet door de alom aanwezigen motorpolitie en zo kwam het dat ik een motorpolitie met zwaailicht voor mij kreeg. Nu werd ik vooral toegejuicht en toen er iemand riep ‘Gerard Depardieu’ was het hek helemaal van de dam. Ondertussen moest ik steeds stoppen om hoogwaardigheden in Landcruisers voorbij te laten, ik denk dat Senegal een hele jaarproductie bij Toyota opgekocht heeft. Overigens hebben wij in Nederland ook maar een fractie van het aantal motoragenten met zwaailicht dan dit land. Toen ik eindelijk weer echt kon rijden werd ik weer naar de kant gesommeerd en daar was dan eindelijk de president (in een Mercedes). De hele weg was schoongeveegd en overal zwaar bewapende militairen.
Ik begon mij zorgen te maken over mijn overnachting, het werd al donker. In mijn gids vond ik een hotel zon vijftig kilometer verderop. Ik bellen en kreeg een Chinese aan de lijn maar na herhaaldelijk vragen kwam er een oui, oui uit. Het geluk was met mij maar niet voor lang. Het hotel was groot en vernieuwd. Er zaten helaas nog geen ramen in. Diep in de avond, in het donker rijdenier is geen pretje, arriveerde ik bij een of ander vreselijk all inclusieve resort. En ik hou niet van een buffet. En dat all-inclusief had een vreemde twist, de drank was extra. Gelukkig was de douche koud!