Elten-Terborg

To the Achterhoek

 

Elten-Terborg

Elten, waar ik sliep, is een rijk dorp zo te zien. Die rijkdom hebben ze in één nacht verkregen. De ‘Eltener Butternacht’, 31 juli 1963. Elten was sinds de oorlog Nederlands maar ging met een strik eromheen weer terug naar Duitsland. Die avond brachten de slimme inwoners honderden vrachtwagens vol boter en koffie uit Nederland naar hun stadje. Er was bijna geen plek meer over voor de bewoners zelfs de bioscoop lag tot de nok toe vol. Op 1 augustus was die boter en koffie ineens goud waard, want in Duitsland veel en veel duurder. Er was nog geen EU.

Een kleine klim naar de Elterberg om te beginnen. Daar lag tot 1811 het Stift Sankt Vitus. Daar werden adelijke dames vanaf vier jaar opgenomen om klaargestoomd te worden tot non. Een mooie leeftijd voor een roeping, vier jaar. Nu staat er nog een kerk en je hebt uitzicht over het Rijndal maar ik was er gisteren al geweest. Zonder op of om te kijken liep ik het bos in. Eeuwige bossen, stille bossen. Dit is waar je het voor doet. Maar die eeuwigheid hield niet eens een ochtend aan. Bij een klaphek kon je onbeperkt maagpijn krijgen en stond ik plotseling voor Kasteel Huis Bergh. Imposant. Aan de koffie in ’s-Heerenberg kwam er een telefoontje van vriend Frans (Frits van de Boulevard bussen), hij kwam mij tegemoet lopen. Snel weer op pad want zo’n ontmoeting hoort op een pad. Voor de stilte kwam het bijkletsen in de plaats. Ik zag nog net de oudste gemetselde molen van Europa voordat een lange lunchstop bij het Tolhuis in Zeddam een welkome rustpauze gaf. Daarna was het uit met de bospret, een heel lange, rechte asfaltweg naar Terborg. Het Naoberpad liet zich van een slechte kant zien. Maar niets ten nadele van Terborg, Frans woont er en ik slaap er. Het is een klein stadje, vroeger één straat met een muur eromheen en die stadswal hebben ze ook hier afgebroken. Hotel de Roode Leeuw had een prima avond. Hoeveel is een hectoliter bier?