The Dutch as true Calvinists
Twaalf kilometer onder Cape Coast ligt Elmina en daar waren die vermaledijde Hollanders eeuwenlang de baas. Als Brabander zeg ik speciaal Hollanders omdat wij daar niet bij hoorden. Er is weinig of geen slavengeld in onze provincie terecht gekomen. We werden eerder zelf als slaven behandeld. Maar de Afrikanen hadden veel meer pech. Nadat de Portugezen weggejaagd waren, werd het kasteel verder uitgebouwd tot een machtige vesting. Holland had hier recht op want beleden de enige ware Godsdienst. Als ware Calvinisten hielden ze niet van tierlantijnen alleen van gouden dukaten. Het Portugese kerkje werd de plek waar de slaven verhandeld werden. De kerkers voor de slaven hadden iets meer licht maar evenveel comfort dan van de Engelsen een paar kilometer verderop. Mijn hotel, met een stuk meer comfort lag tegenover het kasteel. Urenlang zat ik op het grote terras uit te kijken op het komen en gaan van de vissersboten. God is alom tegenwoordig op de boten in de vorm van wensen voor een behouden vaart of als naam van het schip. Op iedere boot tussen de 10 en twintig vissers die in de nacht wegbleven voor de vangst en overdag lagen die hardwerkende jongens op de netten te slapen. Maar eerst moesten die netten natuurlijk verzorgd worden. Ik begreep dat ze amper een paar euro per dag verdienen. Mijn ijskoude biertje op het terras is een bijna onbereikbare luxe voor de vissers.