Wadi Wadi
Toch nog een dag eropuit. Het plan was Muscat maar het werd Wadi Bani Kharus. En natuurlijk mijn zoveelste fort. Er zijn vrijwel evenveel Omani forten als dat Quaboos, de grote leider, paleizen heeft. En dat wil wat zeggen. Vandaag heet het gevaarte Nakhal fort. Zuchtend beklom ik de tientallen trappen om maar niets te missen. Hier hadden ze opslagplaatsen voor honing die bij een belegering, kokend en wel, over de vijand uitgestort werden. Het uitzicht op de vlakte rondom, inmiddels al behoorlijk volgebouwd en de warme bronnen van Ain Al Thwarah waren het toetje. Later bij de bronnen was ik te lui om mijn schoenen uit te doen dus ik kan je niet vertellen hoe goddelijk het water aanvoelde. Wat ik daarna wel voelde waren de wiegende wegen op weg naar de wadi. De wegenbouw heeft hier een hoge vlucht genomen en je zoeft door het land. Het geweldige berglandschap aan beide zijden van de weg bracht je in dromenland. Het leek op slaapwandelen. Maar dan wakker natuurlijk. De afstand viel tegen, de wadi zeker niet. De hele weg is een fascinerende rit, langs de terrassen en velden van de zandkleurige dorpen, plantages in iedere achtertuin en de soms verticale wanden van de bergen rondom. Jammer genoeg hebben ze hier ook weer een verharde weg aangelegd langs de wadi en kom je pas na wat halsbrekende toeren met je auto op de bodem van de wadi terecht om, jawel, te picknicken en een paar eerbiedwaardige oude huizen te fotograferen. Ik beloof het, dit was mijn laatste wadi, nu alleen nog Muscat.