Jebel Shams for thrillseekers
Weinig mensen vandaag maar des te meer afgronden. Het plan was naar de hoogste berg, de Jebel Shams, te rijden. Paspoort kwijt. Hotelbalie wist van niks. En ik kon niet bedenken wanneer ik dat ding voor het laatst gezien had. Alweer onderweg kwam het verlossende telefoontje dat het toch ergens in een la lag. Door al dit gedoe stond ik pas om half twaalf boven op die berg. 3000 meter dus er waren een paar graden van de hitte afgesnoept. Maar die brandende zon stond alleen maar dichterbij. Ik keek over de rand en beneden mij lag The Grand Canyon van Oman. Indrukwekkend.
Plan twee was een klein stuk van een trekking te doen naar een verlaten ‘hangend’ dorpje ergens halverwege tegen de berg geplakt. Een klein stuk vanwege mijn manke poot. Dalen is dan lastig maar eenmaal op weg kon ik het toch niet laten om dat hele klote pad te lopen. Wat mij op de been hield waren de vrolijke kleuren van de geschilderde markering van de tocht. Kreeg iedere keer visioenen van onze oude Sint Jan en dat ik daar wat wijwater kon drinken. Inderdaad, de vlag van Oeteldonk. Om de 50 meter zowat. Ook kwam ik twee Pakistaanse jongens tegen die wel een heel vreemde reden hadden om deze barre tocht te doen. Op blote voeten. Besmuikt lachend vertelde ze dat ze ‘naked woman’ waren wezen kijken ‘by the pool’. Beneden bij het dorpje ligt een flinke plas water waar je na de wandeling wel wil gaan zwemmen. En een bikini heb je niet meegenomen op zo’n trekking. Het was een mooie tocht waarbij je geen hoogtevrees moet hebben. Ik kon wel begrijpen waarom de mensen het dorpje, Sap Bani Khamis, verlaten hadden. Zelfs de geiten lieten het vrijwel afweten. Over de afdaling deed ik een stuk langer dan over de klim terug naar boven. En die pool heb ik niet kunnen vinden.
Terug in de bewoonde wereld deed ik nog twee forten, Bahla en Jabrin, de trots van Oman. Allebei gesloten. Te laat. Van je paspoort heb je dus vooral ongemak want nu moest ik ook weer helemaal terug rijden naar mijn hotel van vanochtend.