Walking across the Faeroer
Keihard en strakblauw was de lucht vanochtend. Ja, hé, daar ben ik niet voor hier. Er was mij weer beloofd, kleumen, oren van mijn kop waaien, zompige schoenen. Een zonnebril is het laatste waar ik aan gedacht heb. Gelukkig heb ik last van beurse botten en gescheurde spieren, lopen lijkt een slapstick. Maar tevoren was deze dag aangekruist als wandeldag. Planning is niet mijn sterkste kant blijkt weer. En een smoesje wilde maar niet verschijnen. Nog naarstig naar iets vlaks gezocht maar er is hier op deze klote eilanden geen meter vlak. Toen er maar twee paracetemol in gegooid tegen de pijn en mijn schoenen weer aangedaan. Het was slechts 18 km vandaag waarvan 24 bergop. Steil was een understatement en naar beneden is het ergste. Het doel was een eenzame rots in het water aan de andere kant van de pas. Interessant. Een paar duizend jaar geleden wauwelde Confucius al iets met de weg is belangrijker dan het doel. Hij wel, hij schreef het thuis aan de keukentafel. Maar nu is het klaar. Ik kan niet meer lopen. Weer in het hotel , op bed, al die hartverwarmende berichten gelezen op mijn lijstje van gisteren. Zelfs PBtjes met handige ideetjes en voorstellen om een date voor mij te regelen. Veel opbeurende woorden alsof ik alleen maar aan het lijden ben hier. Verre van, ik geniet met volle teugen, vooral van het landschap. Voor iets anders moet je hier ook niet naartoe. Zo zie je maar weer dat je ook met pijn gelukkig kunt zijn.