The Vikings and Kelts of Gásadalur
Gásadalur was tot 2004 alleen te bereiken via een lange. moeilijke wandeling over de heuvels van het eiland Vágar, bezoek kregen ze drie in de week van de postbode die dat hele stuk moest lopen. Had ook het plan om te gaan lopen maar dat was nu geen optie. Maar hier in dit dorpje is de bevolking hoogstwaarschijnlijk raszuiver gebleven. Weet eigenlijk niet of ras-onzuiver ook een optie is. Op de Faëroer waren de eerste kolonisten kluizenaars en monniken uit Galië in de zesde eeuw. Veel nageslacht zullen ze niet nagelaten hebben. Later kwamen er vooral Vikingen wonen. Vreemd genoeg blijkt nu dat alle mannen van de Faeröer voor 87% Scandinavisch DNA hebben en de vrouwen voor 84% Keltisch, waarschijnlijk uit Schotland. Geschaakt, ontvoerd of erger. Ze spreken wel dezelfde taal. Denk ik.
Toeristen komen hier voor een subtiel stroompje in het landschap waar je mond van open valt als het bij de zee uitkomt. De vallei wordt omringd door een muur van rotsen. Rustig afhellend en met gras begroeid. Het riviertje vindt er zijn weg tot die uitkomt bij de rotswand opgetrokken langs de oceaan. Er zit voor het water niets anders op dan er overheen te vallen om zo zelf in de oceaan op te gaan. Mooie natuur heet dat. Er is hier een enorm potentieel aan mooie natuur. Maar ook voor mooie natuur komt het moment dat het mooi geweest is. Ik ga er weer vandoor. Morgen.