Kiet Ngong
De dag begon nog met anderhalve waterval maar daarna was het weer hobbelige zandpaden bedwingen. Niet echt eenvoudig met zo’n laag liggend geval, een MG, maar al zigzaggend kom je een heel eind. Bestemming waren de wetlands van Kiet Ngong, een ongerept natuurgebied met water, olifanten, buffalo’s, beren en veel vogels. Die laatste zijn een bestemming op zich al zag ik hier alleen maar exemplaren van het wegvliegende soort. De anderen hadden zich, op de buffalo’s na, ver weg verstopt. De kano tocht over de wetlands was vooral heel vredig, wankel en warm. Uit medelijden met de peddelaar maakte ik van de twee uur er één. Hij was blij en ik had het gezien. Wat ik niet had hoeven zien was de Tomo tempel. De enige Khmer tempel aan deze kant van de Mekong was de aanbeveling. Wat ik niet had gelezen waren de laatste paar regels dat die aanbeveling alleen gold voor verslaafden aan de Khmer cultuur uit 1300 tot 1400. De weg er naartoe was destijds aangelegd en er was verder niet meer naar omgekeken. Ik had alweer medelijden, nu met mijn kleine middenklasser. Ik dacht zelfs dat ik hem hoorde kermen. Bij de tempel hadden ze niet eens moeite gedaan om die paar overgebleven stenen een beetje fatsoenlijk op te stapelen. Er zaten wel enorm veel muggen. Niet van het wegvliegende soort.