The Ugly Side of Titicaca

The Ugly Side of Titicaca

Wanneer gaat het fout met een op zichzelf puur volk wat een originele manier van leven heeft bewaard? Een manier van leven die voor ons, toeristen interessant genoeg is om er naar te gaan kijken. Op de eerste plats is de bereikbaarheid en daardoor de hoeveelheid toeristen van belang maar ook de instelling van de mensen zelf. Willen ze hun eigen cultuur, hun unieke cultuur behouden of gooien ze het na een tijdje in de uitverkoop en gaan ze voor het grote geld. Ik had al wat horror verhalen van andere reizigers gehoord over de Islas Uros en hun bewoners en dacht dan sluit ik mij niet aan bij een tour of ga met een grote boot mee maar huur er een voor mijzelf met de vraag of ze mij iets minder overlopen dorpjes wilden laten zien. Die zijn er niet meer. Alles staat in het teken van de commercie. Niets is meer wat het lijkt. Je krijgt een uitleg over hoe ze leven, hoe ze koken en wat ze zo dagelijks doen maar dat is allemaal lariekoek. De traditionele kookhutten zijn al lang vervangen door veel comfortabel keukenhutten met gasfornuizen, ze koken hier voor de toeristen en zelf vreten ze voornamelijk zakken chips. Ieder dorp heeft een aantal toeristenwinkeltjes maar ze doen weinig moeite om die te bemannen. Liever stoppen ze de toeristen na de uitleg over hun leven wat prullaria in de hand die ze je bijna verplichten te kopen voor exorbitante prijzen. Als je pech hebt kom je in een dorpje terecht waar ze ook nog een vreselijk dansje voor je opvoeren en je vervolgens uitzwaaien in een andere boot dan waarmee je gekomen bent. Een boot die natuurlijk veel dollars kost. Je vaart daar een rondje om je as mee en wordt weer in je eigen boot geduwd. Wegwezen want er komen nog veel meer boten vandaag. Zelf heb ik mijn schipper gevraagd om na het bezoek aan het tweede dorpje rechtsomkeert te maken en terug te varen naar de stad. Hij snapten er niet veel van maar was al lang blij dat hij weer naar huis kon. Terug in de stad begreep ik het allemaal wel. Er zijn hier gewoon enorm veel toeristen die het allemaal willen meemaken, meebeleven. Het kan nu nog, straks zakken de floating islands vanzelf weg onder het gewicht van zoveel aandacht. En onder het gewicht van de zonnecellen, de satellietschotels en al die andere zware apparatuur waar wij ons leven zo comfortabel mee gemaakt hebben. Ik geef ze geen ongelijk als ze straks een bungalow op het vaste land betrekken en een aantal namaak Uros hier de honneurs waar laten nemen.


Hoe de mensen hier geleefd  hebben is zonder meer uniek te vinden. In het vrij ondiepe water van het meer groeien enorme hoeveelheden riet. Dat riet gebruiken ze om te vlechten en zo nieuwe grond te creëren. Laag op laag geeft dat een zachte maar stevige bodem. Ze moeten er door het rottingsproces wel iedere keer een nieuwe laag opleggen. Hetzelfde riet gebruiken ze om hutten te bouwen, boten te vlechten en om te stoken. Voor warmte en voor koken. Ik verzin hier zelf maar bij dat ze het riet ook voor rokjes gebruikten maar dat heb ik niet kunnen constateren. Ze waren enorm goede vissers heb ik gelezen en konden daar prima van leven tot wij, de toeries, kwamen. Nu zijn hn dorpjes pretparken geworden. Alles staat in het teken van omzet maken en mensen vermaken. Ze vlechten van het riet ook allerlei mythische figuren die ze boven gevlochten toegangspoorten hangen. Ook leuk. Kan allemaal prima maar daar reis je geen 11631 kilometer voor om dat te zien. En volgens mij zijn de bogeneigenaars degenen die echt binnenlopen op dit evenement. Of heet dat dan binnenvaren?