The Chaco

The Chaco

The Chaco is een groene woestijn. Het wordt ook wel "The Green Inferno" genoemd. Een tamelijk nat deel in het zuiden en een droger deel in het noorden. De Kreeftskeerkring loopt er midden doorheen. Maar daar heb ik nu geen last van, die rode bol staat ergens boven in Mexico. Het is helemaal vlak op een paar puisten na in het oosten. De grond die te gebruiken is daar grazen miljoenen koeien op bij elkaar gehouden door cowboys en indianen. Er is veel water in meertjes maar dat is bijna overal zout. Het is niet geschikt voor toeristen schrijven ze. Nu dat treft, voel me verre van toerist hier in Paraguay. Om het zacht uit te drukken denk ik dat Paraguay ook geen grote toekomst tegemoet gaat als toeristenland. Twee van de drie grootste waterkrachtcentrales van de wereld is niet echt het uithangbord om Arke Reizen hier naar toe te halen. Die centrales moeten ze ook nog delen met de buren.
Maar hier in de Chaco geen centrales maar Mennonieten, struisvogels en koeien, koeien en nog meer koeien. Omdat het zo leeg is en ruig voel ik mij best op mijn gemak hier. Al die mooie vogels om je heen maakt het ook nog gezellig. Alleen proberen ze steeds tegen je auto aan te vliegen. Ze hebben het nog niet helemaal door. En als je er dan een raakt duiken de soortgenoten er meteen op af om het lekkere verse hapje te verorberen. Vrijdag was ik in Conception en had er geen rekening mee gehouden dat deze desolate plaats een weekendbestemming voor het volk uit Asuncion is. Geen hotelkamer meer te krijgen op vrijdagavond. Uiteindelijk een 'kamer' gevonden in het Hotel Central, pas gerenoveerd zij het gidsje maar dat hield in dat ze alle kamers minimaal gehalveerd hadden. Ik had het genoegen een minihok te krijgen. Geen raam, vies maar met 'badkamer', die was uitgebouwd en zo klein dat het lachwekkend was. Als ik me op toilet geschoven had, kon alleen zittend vanaf mijn bed, priemt de wastafel tegen mijn kin maar handig is ik kan blijven zitten voor het douchen! Er krioelde van alles in mijn bed maar gelukkig had ik een lakenzak bij me. Je kunt je voorstellen dat ik de volgende ochtend al heel vroeg op pad was.
Mooi licht zo vroeg. Daarna door wat kuilen op weg naar Filadelfia, een kolonie van de Mennonieten, ooit gesticht door een Fries. Dar heb ik een dagje rondgetoerd, een paar keer hopeloos de weg kwijt geraakt maar vooral veel moderne Duitse buitenwijken gezien. En veel, hopeloos arme, Indianen. En in een van de meest desolate plekken op deze aarde, de Chaco Paraguayan, vlakbij Bolivia, had ik na een lange rit alle cd's al 3 keer gehad en scande de FM radio maar eens. Ik probeerde dat ook omdat ik nu echt de weg kwijt was. Ik zag ook geen antenne of ander teken van leven. Niets, maar liet het ding scannen, en ineens helder en duidelijk "als ik in je ogen kijk zie ik elke keer een ander". Zonnesteek? Kleine tia? Uitgedroogd? De weg kwijt? Nee, gewoon Nick & Simon op 99,9 FM in de Chaco dessert. Keek nog om me heen maar alleen maar niets...

 

Omdat ik wel van avontuur hou maar niet van heel veel tijd kwijt zijn met rondrijden in vooral niets ging ik weer op weg terug naar Asuncion. Kwam door Lolita en door Hochstadt. In Paè­ Pukà was het Fiesta Campestre aan de gang. Ook daar cowboys maar deze keer geen indianen. Terwijl het publiek voor 99% bestond uit indianen, meest kinderen. Die worden hier opgevoed door paters en vrijwilligers. Met betrekking tot die paters hoop ik er maar het beste van. De gezichten stonden vooral blij dus ik ging met een goed gevoel die laatste 300 km naar Asuncion afleggen.