Chin Villages on the Lemro River
Het begint verdomme bijna op een groepsreis te lijken. Vandaag met Fréderique, Susanne en John plus Ray en Hannah op excursie naar Chin dorpjes aan de Lemro rivier. Ik had deze tocht geboekt en de anderen wilde zich er graag bij aansluiten. En de door mij afgedwongen prijs is nu door zes gedeeld. Ach het zijn heel aardige mensen gebleken. Ik moest alleen een concessie doen ten aanzien van de vertrektijd. Die werd acht uur in de ochtend. En de afgesproken jeep om naar de rivier te rijden werd een uiterst oncomfortabele motor met achterbak waar wij zessen plus gids dan wel inpasten maar bij het rijden over het soort van weg zowat met onze hoofden, armen, benen, schouders en nog meer tegen elkaar aan botsten. Mijn hoofd had ook veel te verduren van de ijzeren stangen die boven over de achterbak gespannen waren. Maar mijn hoofd heeft inmiddels zoveel deuken opgelopen dat ik deze extra paar verder niet zal meedragen. De tocht duurde een half uur langer dan afgesproken en de stemming in de laadbak was tegen het einde uiterst bedrukt. De boot bleek comfortabeler. Niet meer, niet minder. Onze gids van de dag, waar we overigens niet om gevraagd hadden heette Kyaw Moe. En dat werd je ervan. Hij ratelde de hele tijd door en niemand van ons zessen verstond er verder een woord van. Als mens was hij sympathiek maar als gids was hij een totale mislukking. Hij was een alleskunner bleek uit het kaartje wat hij in boot ronddeelde. 'English Teacher' stond er het grootst op. Hij had een 'Leadeership English Languge Canter' inclusief drie fouten, hij was een 'Chin Village Specialist', hij leidde een 'Tourist Care Group', hij was 'Tour Guide' en daarbovenop was hij ook nog 'No. 1 Stone Carver Mrauk U'! Er zijn er die het met minder moeten doen.
De rivier was een genot. Als Moe even zijn mond hield kon je genieten van de stilte die slechts vestoord werd door het zacht ronken van de boot. De vele andere boten werden geroeid of hadden een primitief zeil. Iedereen zwaaide of riep 'bye bye', tot grote woede van Fréderique. Als we zo nu en dan stopten voor een wandeling door een van de dorpjes hadden we direct de kinderen achter ons aan joelend en hun kennis van het Engels schreeuwend. Wat ontegenzeglijk bewonderenswaardig was in Fréderique was de vasthoudendheid waarmee hij de kinderen van Myanmar bijbracht dat het 'hello' moest zijn in plaats van 'bye bye'. Sommigen sprak hij zo streng toe, in het Frans notabene, dat ze er beduusd van werden en huilend wegliepen. Ik zag opeens de sadist in hem. De Fransen zijn daar toch de uitvinders van, nietwaar?
Op een van de eilandjes in de rivier hadden wij onze lunch. Daarna een toer over het eilandje onder leiding van Moe die uit ging leggen hoe pinda's groeien. Die toer liet ik schieten. Ik zat aan de walkant te genieten. Het was zo'n plek waar je de tijd langs je heen laat vloeien en eigenlijk niet meer weg wilt. In het water dobberde een kano waarin een oude vrouw een lijntje vasthield waarvan ze hoopte dat een vis het zou opmerken en dat zij hierdoor vanavond een lekker maaltje kon bereiden. Ze had een verweerd kreukelig 'ooit mooi' gezicht en lachte vriendelijk naar mij. 'Weiyoufom' riep ze plotseling en toen ik Nederland terugriep zei ze iets met zo'n ernstig gezicht dat ik eigenlijk niet wilde weten wat. Gelukkig was het in een taal die ik niet beheers, zij ook niet vreesde ik. Ik zou het Moe kunnen vragen maar dan kom ik ook geen steek verder.
Op het einde van onze vaartocht bereikten wij twee dorpjes waar de oude Chin vrouwen nog gezichtstatoeages hadden. Het werd een beetje aapjes kijken maar dat werd weer verzacht door de lieve manier waarop die oudere vrouwen zich stuk voor stuk met een slappe handdruk kwamen voorstellen. De tatoeages waren indrukwekkend. Foto's maken stond vrij maar er moest wel een kettinkje gekocht worden. 5000 kyat vroegen ze ervoor. Daar moesten onze bootjongens een maand voor werken. Ik was de enige die iets kocht. Die ketting heb ik daarna maar weer terug gegeven, is wel zo aardig en recycling is beter voor het milieu hier.
De Chin worden door de regering flink achtergesteld, zoals iedereen die geen volbloed Burmees is trouwens. Onderwijs is er hier nauwelijks aan deze rivier en wat er wel is wordt geleidt door zo'n evangelist met goede bedoelingen maar het verkeerde uitgangspunt. Ze leren hier van klas één tot zeven chronologisch de Genesis, het scheppingsverhaal. Een mooi sprookje maar het heeft geen reet te maken met rekenen, geschiedenis, economie of Engels om maar wat vakken te noemen waar ik graag een donatie voor wil doen. Mijn geld toen maar aan de hoofdman gegeven. Misschien wordt het omgezet in alcohol maar hij zei dat hij het voor de nieuwe bootsteiger zou gebruiken. Aan een vrouw met een witte jurk, wat nog het dichts bij een kliniek of eerste hulp post kwam, al mijn pijnstillers afgestaan. Malariapillen zou beter geweest zijn maar die had ik weer eens niet meegenomen.
Toen we terug reden in die helse machine over die vreselijke weg had ik spijt van mijn Paracetamol donatie. Mijn hoofd vloog alle kanten op. In dit vehikel zaten dubbel zoveel stangen.