Addis Ababa
Hier wil je niet dood gevonden worden. Dat zou op Addis van toepassing kunnen zijn. Het lijkt een zooitje. Geen echt centrum en overal pogingen tot wat moderniteit die vrijwel allemaal hopeloos mislukt zijn. De krotten overheersen ook overal de skyscrapers. Dit land krijgt de meeste ontwikkelingshulp van alle landen van Afrika maar dat besteed het in ieder geval niet aan stadsvernieuwing. Het is vooral lelijk en chaotisch lijkt het, ook al is het niet druk. Er wonen hier zes miljoen mensen maar dat is nauwelijks te merken. In het economisch vraag en aanbod verhaal zitten ook vreemde kronkels. Zo zijn er meer schoenpoetsers op straat dan er te poetsen schoenen door die straten lopen. Die schoenen die wel beschikbaar zijn worden dan ook voortdurend onder handen genomen. Maar dan blijven er nog hordes werkloze poetsers over die vervolgens op jacht gaan naar prooien. Als toerist ben je een wel erg makkelijke doel. Maakt niet uit wat je draagt je moet gepoetst worden.
Dat het niet druk is op straat is naar mijn waarneming te verklaren uit het feit dat iedereen hier koffie drinkt. De hele dag. Lekkere koffie, dat wel. Ethiopië is niet voor niets de geboorteplaats van de koffie. Koffiehuizen zie je overal in vele verschijningsvormen. Bijna net zoveel als schoenpoetsers. Alleen zijn er genoeg koffiedrinkers. De ontdekking van de koffie komt op naam van een arme geitenhoeder uit het zuiden van het land die ontdekte dat zijn geiten allemaal hyper werden als ze van een bepaalde struik gesnoept hadden. Hij vertelde zijn vondst aan een priester en die zag natuurlijk meteen handel. Hij liet zijn kloosterlingen zowat die hele struik opeten en die arme mannen leden voor de rest van hun leven aan slapeloosheid. Na nog wat testen kregen ze door hoe je die koffiebonen moest behandelen en het zwarte goud was geboren. Dagelijks worden nu wereldwijd meer dan twee miljard koppen koffie gedronken (ik heb het even opgezocht). In Ethiopië is de aanleg van koffieplantages verantwoordelijk voor 24 procent van het verlies van bossen. Nog even, en de 'geboorteplaats' van de arabicakoffie, in de regenwouden van Zuidwest-Ethiopië, is helemaal vernield. In deze 'koffiebossen' vindt men nog de laatste wilde variëteiten, die zeer goed bestand zijn tegen plagen en droogte. Maar aan het huidige tempo van ontbossing, zal ook die boskoffie verdwijnen. Als er niets gebeurt over dertig jaar al, voorspellen deskundigen. Ach, laat ze maar voorspellen. Ethiopië is ook vele malen een grootse toekomst voorspelt met veel voorspoed en rijkdom. Daar is ook niet veel van uitgekomen. Terwijl alles wat de mens aangaat toch hier begonnen is. Onze oermoeder Lucy leefde hier. Ik heb ze vandaag gezien. Niet te geloven maar ze is nog kleiner dan mijn eigen moeder. Vreemd genoeg hadden ze van het skelet van Lucy er twee. Eentje liggend zoals ze gevonden is en een rechtop staand. Zou ze geweten hebben wat ze allemaal naliet?
Na het museum nog naar een Orthodoxe Kathedraal geweest. Daar liep Salomon rond. Hij was daar priester. En wilde op de foto. Zijn zoon en schoondochter waren op bezoek en daar wilde hij foto's van. Die zoon had e-mail en die zou de foto's afdrukken. Ik bleek ineens een baan te hebben. De hele kerk hebben ze mij rond gesleept om voor ieder glas in lood raam een familieportret te maken. En dat waren er best wel veel. Maar mijn honorarium was vorstelijk. Ik mocht zomaar voor niets een kijkje nemen in de catacomben van de kerk. Geen enkele toerist had dat ooit gezien. Ik heb een halfuur door donkere, smerige, stoffige gangen gekropen waar werkelijk helemaal niets te zien was. Salomon zelf had een hulpje meegestuurd en was nergens meer te bekennen toen ik eindelijk weer daglicht kon aanschouwen.
Toen maar weer een kop koffie gaan drinken in de meest beroemde van alle koffiehuizen Tomoca. 'When you drink a cup of coffee ideas come in marching like an army' staat er boven de deur. Mijn idee was een biertje in het hotel.