Prakhar
Het Taktsang klooster hing er nog. Ondanks de hachelijke positie, 900 meter boven een bedding van een wild stromende rivier, en de brand van 1998 die de tempels voor het grootste gedeelte verwoest had. De herbouw en restauratie naderde haar voltooiing. De eerste aanblik van Taktsang was haast teleurstellend. In mijn romantische herinnering uit een vorig leven had ik het klooster gezien hoog boven een nauwe kloof met een hels pad ernaartoe. Niets was minder waar. Het hangt weliswaar hoog tegen een berg mooi te wezen maar het dal is een paar kilometer breed en het is redelijk comfortabel te bereiken. Tenminste het beginpunt van het pad naar boven. Die laatste negenhonderd meter, klimmen, niet de afstand, is geen kattenpis. Maar ze storten hier dagelijks bussen vol bejaarden uit aan het begin van het pad. En die komen ook vrijwel allemaal boven. De laatste dode die hier gevallen is was een Duitser die de klassieke stap teveel achteruit zette om zijn niet meer zo mooie vrouw te fotograferen. Het rolletje hoefde niet meer teruggespoeld te worden. Maar dat was in 1997.
Vandaag zouden er geen doden vallen. Na de eerste klim tot het Cafetaria van Bhutan Tourism Corporation is het uitzicht op het klooster indrukwekkend. Maar je moet nog zo’n klein uur verder klimmen om een echt adembenemende confrontatie met het wereldwonder te hebben. Je staat oog in oog met de bouwwerken die op 150 meter afstand haast aan te raken lijken. De grot waar Guru Rinpoche een lange tijd gemediteerd heeft is geheel aan het oog onttrokken maar de schoonheid van de Taktsang Lakhang, het tempelcomplex wat in 1692 gebouwd is met de hoofdtempel Pelphug Lhakhang is groot. Echte waaghalzen gaan nog verder en dalen het steile pad af naar een waterval en een kleine meditatiecel op een richel 100 meter lager. Tijdens het lopen hoop je dat de treden het houden en dat je niet in de luchtsporen van de gevallen Duitser treedt. Bij de waterval is het vredig en je voelt de geheiligde plek in al je vezels. Hier zijn mooie boeken geschreven met veel wijsheid en levenskracht. Je wilt hier altijd blijven. Toch sta je driekwartier later weer beneden in het dal. Een mens moet iets te wensen over houden.